53
aan de overige spelers. Deze taak nu is voor de officieren
weggelegd.
Toen ik voor het eerst met minderen samenspeelde, ontging
het mij niet, dat de toon onder het spel zeer veel te wenschen
overliet, d. w. z. de toon onder de minderen onderling; een on
gepast woord tegen een officier heb ik in mijn bijzijn nooit
gehoord. Door het geregeld medespelen van officieren ging het
hiermede geleidelijk en onbewust beter en thans, anderhalf
jaar later, durf ik met overtuiging te verklaren, dat er onder
de spelers van onzen vereeniging tijdens het spel, zoowel on
derling, als tegen de tegenpartij, scheids- en grensrechters nooit
meer een onvertogen woord gesproken wordt. Evenals de ruwe
grondstof onder de bekwame hand van den werkman verandert
in een bruikbaar voorwerp, zoo was ook hier de toon veranderd
in een aangename en gepaste. Dit is nu uitsluitend tengevolge
van den beschavenden invloed, die de steeds medespelende
officieren uitoefenen. En is dit dan geen succes voor ons, of
ficieren, wier roeping het is, den soldaat op te voeden
Maar om dit doel te bereiken, hebben we ons ook niet op
het standpunt gesteld, of juister misschien, tot het standpunt
verlaagd van den heer J, C. nl. „dat tijdens het spel de officier
de gelijke is van zijne medespelende minderen", verre van
daar, de afstand bleef steeds bewaard, de discipline steeds ge
handhaafd. Wij hebben ons dan ook niet ontzien, om waar
het noodig bleek een voorbeeld te stellen. Zoo herinner ik mij
het geval, dat een fuselier tijdens het spel eenige ongepaste
woorden bezigde tegen een korporaal en hem als straf het lid
maatschap der vereeniging ontzegd werd. Een dergelijke af
doende maatregel bleek nooit meer noodig te zijn.
Mocht ik hier boven met voldoening constateeren, dat juist
door het geregeld samenspelen van officieren met minderen in
onze vereeniging geen ongepaste daad meer voorkomt, geen
ongepast woord meer gehoord wordt, hetzelfde kan ik niet
zeggen van andere vereen igingen, waar geen of zelden officieren
medespelen. Waar, zooals de heer J. C. ons vertelt, hij in een
dergelijke wedstrijd een ongepast gezegde te hooren kreeg, is
dat evenwel geen reden voor een officier om zich voor goed uit
het samenspel terug te trekken, integendeel het moet juist zijn