6
Daarop ging hij naar die plaats en vond er meer dan dui
zend dinariën dinar). Hij laadde het geld op zijn schouder
(op zijn schouder laden =pikoel) en wilde zijn makker niets
geven, zeggende„Ik bemoei mij (zich bemoeien pedoeli)
niet met een ander" en zij gingen voort.
Toen kwam er een roover orang penjamoen), die beiden
mannen gelastte al hunne bezittingen, die zij bij zich hadden,
af te geven.
En hij die de schat gevonden had, zeide: „Ik heb niets, dat
ik u kan geven".
Daarop wilde de roover hem dooden, doch de andere man
zeide: „Deze, mijn makker, heeft wel geld bij zich, hij be
driegt u" (bedriegen mendoestai). Nadat hij aldus gesproken
had, liep hij snel weg, zeggende„Ik bemoei mij niet met
een ander".
Toen doodde de roover den man, die was achtergebleven en
nam al zijn geld.
Aldus is 't verhaal. Indien wij anderen niet willen helpen
en slechts aan onze eigen zaken denken, dan zullen wij ook
door niemand geholpen worden, wanneer gevaar en nood
(nood mara) ons treffen.
III. Te transcribeeren in Arabische-Maleisch karakters (f uur)
zonder woordenboek.
Maka kata soedagar soedahkah ija bersoewami maka sahoel
orang toewah itoe belom ija bersoewami karena tijada ada sa-
orang pon berkenan pada hati hamba akan soewaminja karena
itoelah tijada hamba beri ija bersoewami maka kata soedagar
itoe hai iboekoe toewanhamba beri kiranja akan hamba. Maka
sahoet perampoean toewah itoe behkan apatah salahnja karena
toewan poen anaq hamba djoega baiklah hamba pergi memang-
gil qadli soepaja di nakahkan toewan dengen dija djangan haram
kerdja kita djikalau belom hamba datang djangan dahoeloe
toewan hampirkan kapadanja maka kata soedagar baiklah iboe
koe kapada qadli.