A
G
12
Van een bolvormigen driehoek is gegeven
A 101° 14' 19"
B 26° 42' 54" en
de omtrek a -)- b -f- c 2s =r 209° 13' 12"
Men vraagt de zijde c te berekenen.
Drie punten A. B en C liggen in één rechte lijn. Wanneer
gemeten zijn de hoeken a. 32° 13' en /3 36°17', waaron
der de lengten AB 255 M. en BC 319 M. gezien worden
van uit het punt P, vraagt men de lengte van den afstand AP
te berekenen.
Om de hoogte te meten, waarop een luchtballon zich boven
het aardoppervlak verheft is eene horizontale lijn AB uitgezet
ter lengte van 900 M., terwijl in A en B meetinstrumenten zijn
opgesteld zóó dat bij beide de as van den kijker zich op 1,50
M. boven den grond bevindt. Op het oogenblik, dat de ballon
zich bevindt in het verticale vlak, dat men zich gebracht kan
denken door de lijn AB, worden de instrumenten in A en B
gericht op het schuitje van den ballon, waarbij als hellingshoe-
ken van de vizierlijn worden afgelezen resp. 5 28° 23' en
56° 48'. Hoe hoog bevond de ballon zich op dat oogenblik
boven de aarde?
Engelsch.
Maak een opstel over een der volgende onderwerpen en be
handel daarbij de opgegeven punten. (1| uur)
1. De nieuwe uniformen bij het Nederlandsch-Indische Leger.
Beschouwingen over de voor- en nadeelen dier uniformen als:
a. Parade-tenue
b. Exercitie-(Yeld-) tenue
c. Tenue bij kleine diensten
onder omschrijving der eischen, waaraan in de verschillende
gevallen een uniform moet voldoen.
2. Legering en verpleging bij meerdaagsche oefeningen.
Het onder dak brengen in kampongs na voorafgaande bespre
king met het Civiel bestuur.
Het voor den afmarsch nemen van maatregelen in verband
met de verpleging. Verschillende wijzen van verpleging en in