- 68
10,000
26,000
90,000
onderzoek ingesteld. Omtrent de dagbladartikelen, die in het Voorloo-
pig Verslag worden genoemd, heeft de ondergeteekende nog geen inlich
tingen uit Indië ontvangen.
Ook in verband met het artikel van den heer F C Hering in de
Juni-aflevering van De Indische Gids van 1909, kan worden medege
deeld, dat naar het oordeel van de Indische regeering, weinig practisch
effect is te verwachten van pogingen om de inlandsche bevolking te
organiseeren tot daadwerkelijken steun voor de operaties van het leo-er
in geval van oorlog, en dat onderwerping van de inheemsche bevolking
aan een ge wapenden dienstplicht geen aanbeveling verdient. Do sterkte
der leger-reserve, volgens de laatst ontvangen opgave bedragende 317
Europeanen, 1 Amboinees en 10 inlanders, waaronder 158 man kader,
is in het aan de afsluiting van deze opgaaf, voorafgaande jaar 1908 met
46 Europeanen vooruitgegaan, waartegenover slechts staat eene vermin
dering met 1 Amboinees. De vraag, of het mogelijk zal zijn de schut
terijen te reorganiseeren, dan wel of het de voorkeur verdient haar te
vervangen door vrijwilligerskorpsen of vereenigingen is. nog bij de In
dische regeering aanhangig. Daarbij wordt ook de vraag overwogen of
invoering van dienstplicht voor de Europeanen in Indië aanbeveling zou
verdienen.
Hoewel ook de ondergeteekende hoopt, dat de uitgaven voor oorlog in
1910 de toegestane kredieten niet weder met een belangrijk bedrag zul
len overtreffen, moet hij er op wijzen, dat z ch uit den aard der°zaak
immer omstandigheden kunnen voordoen, welke buitengewone maatrege
len en dientengevolge overschrijding der begrooting onvermijdelijk ma
ken.
Onderafdeeling 144. Het antwoord op de vraag, of het mogelijk en
wenschelijk zou zijn voor inlanders op gelijken voet als voor Europea
nen de gelegenheid te openen om tot officier bij het leger in Neder-
landsch-Indië te worden benoemd, is nog niet uit Indië ontvangen. De
ondergeteekende zal op bespoediging aandringen. Op het oogenblik worden
9 inlandsche jongelieden tot inlandsch officier opgeleid.
Aangezien omtrent de wijze, waarop uitvoering ware te geven aan de
plannen tot opheffing van de pupillenschool te Gombong, nog nader over
leg noodig is gebleken en daardoor de uitvoering van dien maatregel
vertraagd is, is de raming der uitgaven voor dat korps op deze begroo
ting ongewijzigd overgenomen.
Onderafdeeling 157 Het bedrag van f 504.000 dat op deze onderaf
deeling wordt aangevraagd wegens buitengewone uitgaven ten behoeve
van de in Atjeh gelegerde troepen, kan gesplitst worden als volgt:
Toelagen aan gehuwde officieren, onderluitenants en onder
officieren, die, in het gewest Atjeh dienende, worden overge
plaatst naar plaatsen in dat gewest, waarheen hun gezin hen
niet kan volgenf
Bediendenloon
Vivresgelden
Geldelijke tegemoetkoming ter verbetering van de voeding
van mindere militairen104 000
Bediening en onderhoud van twee laad vaartuigen te Tjalang. 1,080