77 „een ander lezen we verder viel eerst na 6 schoten ter aar de, terwijl meerderen met twee a drie schoten in den buik nog met den klewang om zich heen sloegen, om de militairen van het lijf te houden en deze te verwonden. „Zoo zullen alle officieren, die hier in actie zijn geweest, wel dezelfde ervaring hebben opgedaan. „Het ware wenschelijk, dat zij deze eens bekend maakten. „Mijn conclusie is dan ook, dat de „stopping power" van ons projectiel veel te klein is; ik zou haast zeggen, dat ieder hiervan overtuigd is. En zoo kan ik mij dan ook zeer goed voorstellen, dat er een tijd is ge weest, waarin men van eigenhandig getransformeerde projectielen gebruik maakte Ten gevolge van strenge bepalingen en zware straffen is dit thans niet meer het geval, doch thans is het ook, mijn in ziens, een eerste plicht van het Gouvernement, zijn soldaten een kogel te geven met erooter verwondingsvermogen, waar opgetreden moet worden tegen een vijand, die van oorlogsgebruiken totaal niets weet, ons zelfs beschiet met getransformeerde mantel- en Beaumontkogels, en tot in de laatste levensoogenblikken alles aanwendt om de Compenie zooveel mogelijk afbreuk te doen." Ik zal het vervolg van dit artikel hier niet voorlezen, maar ik wensch er ten slotte aan toe te voegen, dat, niettegenstaande de legers van onze eventueele tegenstanders, niettegenstaande èn Japan èn Duitschland beschikken over een geweer, dat in verwondend vermogen het onze overtreft, toch het Duitsche legerbestuur heeft gezonnen op maatregelen om het vermogen zijner projectielen nog in belangrijke mate op te voeren. De nieuwe Duitsche kogel, de zoogenaamde S-kogel, is van dien aard, dat piofessor Eessler, uit München, daartegen is opgekomen om reden van zijn inhumane werking. Hij heeft niet minder dan 28,000 geweer schoten, deels gelost deels laten lossen, waarbij hij 400 verschillende verwondingen met het nieuwe projectiel heeft verzameld. Die professor komt dan tot de meening, dat zoowel uit militair als uit menschlievend oogpunt de S-kogel een wijziging moet ondergaan, waarbij hij een regel matiger schot geeft, en alle nuttelooze wreedheid wordt vermeden Dit is een „humaan" mensch, maar men ziet het, zijn raad is niet door het legerbestuur opgevolgd. Voor zoover die raad er toe leidt om alle noodelooze wreedheid te voorkomen, ben ik het er geheel mede eens. Maar het blijkt wel uit de maatregelen van het Duitsche legerbestuur, dat het allereerst vraagt wat zijn de eischen welke aan het oorlogswapen zijn te stellen. Gaat men daarmede te ver, men kan het betreuren en men kan bij zijn eigen maatregelen daarmede rekening houden, maar ongetwijfeld dient de eisch te worden gesteld en nimmer uit het oog verloren, dat het ge weer, hetwelk wij onzen soldaten in handen geven, geheel voldoet aan de eischen van een behoorlijk oorlogsgebruik. Ik heb tot mijn genoegen gezien ik herhaal het dat er kentering is waar te nemen en dat de Minister van Koloniën heeft verklaard, dat er zijnerzijds geen bezwaar bestaat om een technische commissie te benoe men, ten einde het vraagstuk onder de oogen te zien. Ik besluit met den wensch uit te spreken, dat die commissie inderdaad zal benoemd worden en dat zij spoedig de resultaten van haar onderzoek zal neerleggen in een voorstel om dergelijke wijzigingen aan te brengen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 89