üif de Pers.
Bet 3aDGan5che Volksleger,
In de Locomotief van 1 Dec. besluit Pelgrim in zijn Legerbelangen"
2e serie XII zijn debat met Tyang Welandi over het Volksleger. Hij
acht T. W. een groot idealist en idealisten zijn slechte organisators. Zij
huppelen met de allerbeminnelijkste nonchalance en geniaalste lichtvaar
digheid om de hinderpalen heen, en nemen in hun hooge vlucht spron
gen, waar de koel berekenende mensch en dat moet de organisator
zijn zich nog wel eens tien maal voor bedenken zou.
Ten bewijze daarvan doet Pelgrim een paar grepen uit het artikel
van T. W.
a. T.W. gooit door elkaar de marechaussee-oorlog (I V.?), de guerilla,
de kleine oorlog, de barceleertactiek, de detaehementskrijg, ja wat niet
al, al noemt hij die namen niet.
b. T W. ontwijkt mijn vraag hoe hij wil voorzien in den aanvoer
van krijgsbenoodigdheden van een leger van 100 000 man, in kleine
groepen over heel Java verdeeld en werkende zonder operatiebasis.
c. Inl. officieren, in den geest zooals T W. zich die voorstelt, zullen
gelijkwaardig worden aan militie-officieren, m.a.w. zij zullen hoogstens
ondergeschikte aanvoerders kunnen zijn, maar géén onderwijzers, vooral
geen zelfstandige onderwijzers, ergo zijn ze ongeschikt om schietopleiding
te geven.
d. T.W. heeft zeer veel goede Javaansche tjelleng-jagers ontmoeten
weigert daarom mijn bewering te aanvaarden, dat de Javaan geen
schutter is bij de gratie Gods. Maar wij vragen, als het een volk
eeuwenlang met succes belet is geworden, vuurwapenen te bezitten, hoe
kan het dan bestaan uit schutters b.d.g.G?
e. T.W. wil in een marechaussee-oorlog het gevecht afbreken als
individueel vuur tot zijn recht komt Wij zouden zeggen, daar begint
het mee.
f. De honderdduizend karabijnen moeten in diverse wapendepots
bewaard worden omdat de dessaman ze niet onderhouden kan (is dat
diezelfde schutter bij de gr. G Pen omdat het bezit ervan bij de
bevolking gevaar oplevert voor ons koloniaal bezit (dit geeft T.W.
klaarblijkelijk toe P Eilieve, laat T.W. die wijze van veilige be
waring toch wat nader uitwerken
Wij staan te ver van elkaar verwijderd zegt Pelgrim en daarom
ziet hij van verdere gedachtenwisseüng af. Hij rekende het echter
als zijn plicht op te komen tegen denkbeelden, die hem wanbegrippen
voorkomen, die schadelijk zouden zijn voor ons koloniaal bezit en die
verwarring zouden kunnen brengen in den ontwikkelingsgang van den
hem sympathieke Javaan.
Hoe Pelgrim er dan zelf over denkt?
I. M. T. 1910. 6