83
Officieren bij de Besiuursacademie,
hielen betreft van den chef van den generalen staf, ook voor wat betreft
het genoemde toezicht
2o. het deelnemen aan door het legerbestuur goedgekeurde wedstrijden
in luchtscheepvaart, in het behruik van automobielen, in gymnastiek
schermen, zwemmen en gymnastische spelen, voor hen die daaraan deel
nemen met toestemming van den commandeerende officier van het korps
of die als zoodanig fungeertvoor zooveel de luchtscheepvaart en het
gebruik van automobielen betreft, met toestemming van den chef van den
generalen staf;
3o. de voorbereiding tot, alsmede de deelneming aan alle wedstrijden
te paard, mits zoowel de voorbereiding als deelneming geschieden met
goedvinden van den commandeerende officier van het korps of die als
zoodanig fungeert.
Hieromtrent wordt in het Bat. Nieutvsblad van 1 Dec. opgemerkt
Zooals men uit de mailberichten weet, is in de Yereeniging van Amb
tenaren bij het Binnenlandsch Bestuur de vraag gesteld, of de officieren
die tot het bijwonen van de lessen aan de N. I. Bestuursacademie zijn
toegelaten, later in het corps bestuursambtenaren zullen worden opge
nomen. Yoor die vraag bestond alle reden, gegeven de wijze waarop
in de laatste jaren gebruik is gemaakt van de diensten van officieren in
allerlei richtingen. Niemand wist echter op de vraag een antwoord te
geven.
Schrijver weet echter mede te deelen, dat reeds lang, tien tallen jaren
geleden, door het indisch legerbestuur bij de regeering is aangedrongen
om eenige officieren door een detacheering bij het binnenlandsch bestuur
in te wijden in de geheimen van den civielen dienst. De motiveering
van dat voorstel lag geheel voor de handniet alleen toch dat een
dergelijke plaatsing beschouwd zou kunnen worden als een aanvulling
van en vervolg op de aan de Hoogere Krijgschool gemaakte studiën en als
een middel om het gezichtsveld van de heeren te verruimen, maar ook
voorzag zij in de altijd bij of na expeditiën bestaande behoefte aan offi
cieren, geschikt om tijdelijk met civiel gezag bekleed te worden.
De aan die detacheering verbonden kosten bleken echter een bezwaar.
Sedert is plaatsing van officieren in burgerlijke betrekkingen en waar
neming door officieren van civiel gezag, in plaats van tot de uitzonde
ringen te behooren, langzamerhand vrijwel regel gaan worden.
Met deze omstandigheid rekening houdende, kan men komen in het
besluit van het ministerie van koloniën om militaire verlofgangers die
daartoe lust gevoelen, door het bijwonen van de lessen aan de bestuurs
academie in de gelegenheid te stellen om wat wijsheid omtrent het
civiel bestuur op te doen. Daarmede worden twee vliegen in één klap
geslagen. De heeren worden op hun eigen wensch aan de verveling
en aan de straat onttrokken en doen allicht zooveel op dat ze later als
waarnemend burgerlijk ambtenaar meer waard zijn dan geheel onvoorbe
reide collegas.
Yan een vooropgezet voornemen om hen, bij met succes doorgemaakte
studiën, definitief in het korps ambtenaren op te nemen, kan geen sprake
zijn, ook al is de mogelijkheid daarom nog niet uitgesloten dat officieren,