nagekomen Stukken, Draagbaar geschut uan uerhoogd Dermogen. Zending Gooszen. Hieronder zal een overzicht worden gegeven van de wordings geschiedenis van het berggeschut van verhoogd vermogen, als mede van den huidigen stand van het vraagstuk, waarbij dan vanzelf de zending van den kapitein A. J. Gooszen ter sprake zal komen. Reeds jaren en jaren geleden is men begonnen, om door eene verdeeling van den vuurmond (loop), naast de meer gebruikelijke verdeeling van de affuit, geschut te verkrijgen, dat bij zoo hoog mogelijk ballistisch vermogen toch vervoerbaar zou zijn in terrein, dat anders voor dergelijk materieel ontoegankelijk was. Voor Berggeschut moest de vuurmond daarbij dus verdeeld kunnen worden in voor draagdieren geschikte lasten. Bij alle geschut, dat aan het kanonterugloopsysteem voorafging, namen affuit vuurmond als één star geheel de terugstoot bij het schot op, en werden deze naar achteren geslingerd. Wilde men daarbij het ballistisch vermogen eenigszins beduidend opvoeren, dan kon men niet volstaan met vermeerdering van het gewicht van den vuurmond, maar diende men ook de affuit evenredig te verzwaren. Bij het kanonterugloopsysteem daarentegen is de toestand veel gunstigerdaarbij kan men door het gewicht van de teiugloopende massa hier alleen vuurmond -j- remcylinder c. q. slede met slechts één draaglast te vermeerderen, dat gewicht bijna verdubbelen, en daardoor het ballistisch vermogen belangrijk opvoeren zonder dat het noodig is de affuit gelijktijdig noemens waard te verzwaren. Vergeleken bij het meest moderne berggeschut heeft men daardoor met slechts één draaglast meer het ballistisch vermogen van 20 a 80 mt. a/d. monding kunnen opvoeren tot 40 a 50 mt.,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 112