Schermen. Naar aanleiding van het stuk „bajonetschermen" van den Kapitein van Hasselt zij me een enkele opmerking vergund. Ofschoon ik me wat betreft den eisch, eenvoud in de opleiding, geheel met de in het opstel voorgestane ideeën kan vereenigen, komt het me voor, dat de bekorting door den schrijver wel wat ver wordt doorgevoerd. De enkelvoudige oefeningen zonder en met wapen behooren m.i. wel degelijk in het reglement behandeld te worden. Uit het exer citiereglement zouden ze desnoods kunnen vervallen. We zouden daar kunnen volstaan met eene verwijzing naar het schermvoor- schrift, evenals dit met de gymnastische oefeningen het geval is. In de eerste afdeeling dienen dan ook alleen als overtollig te vervallen de passen zijwaarts, de sprongen voor en achterwaarts en de wendingen. Het ealueeren, ofschoon reeds in het R. I. behandeld, dient volledigheidshalve behouden te blijven; de uitvoering behoort echter in overeenstemming gebracht te worden met die volgens R. J. I. Het behoort niet in zes bewegingen te worden onderwezen. Voorts beveel ik de volgende wijzigingen aan le les ad. 2 appel makeninstede van „den voorsten voet oplichten", „den bal van den voorsten voet oplichten." ad. 6. uitvallenin stede van „de romp vormt nagenoeg een rechte lijn met het gestrekte been": „de romp eenigszins voor overbuigen". Door n.l. den romp te veel voorover te buigen, zoo dat hij in één lijn komt met het gestrekte been, wordt het opstaan bemoeilijkt. Ook zonder de geheele eerste afdeeling ie doen vervallen, zal toch een goed onderwijzer aan de daarin voorgeschreven oefe ningen niet meer tijd besteden, dan hoog noodig is. Bij alle leerlingen zal het hem echter noodzakelijk blijken, het in de soldatenschool geleerde te herhalen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 191