Uan Ureemde laegers.
Engeland.
3apan.
Beuordering Dan de kennis nan ureemde talen.
Ter bevordering van de kennis van vreemde talen zijn in Engeland
voor het jaar 19 i0 nieuwe bepalingen gemaakt en meerdere gelden toe
gestaan. Om taalcursussen voor officieren op te richten of ook om en
kele officieren een tegemoetkoming voor lessen te kunnen geven is aan
eiken commandeerenden generaal een som ter beschikking gesteld, en wel
in Malta 50 pond sterling, Gibraltar 70, en alle overige districten 100
pond sterling Verlof om talen te gaan leeren wordt in de ruimste mate
verleend. Aan die officieren, die bij het tolkexamen den graad van
„tolk le klasse" behaald hebben, worden van af 1 Januari 1910 bij
zondere premiën verleend. Deze bedragen voor Duitsch 50 pond, Eussisch
80, Italiaansch, Spaansch, Portugeesch, Hcllandsch, Deensch, Noorsch,
Hongaarsch, Eumeensch, Bulgaarsch, en Tzechisch 30 pond, voor Fransch
24 pond, voor Perzisch en Turksch ieder 120 pond. Bijzondere bepa
lingen gelden voor do studie van Japansch en Chineesch Officieren,
die zich aan de studie van deze talen wijden willen, krijgen een verlof
van 2 jaar naar het betreffende land, zij behouden gedurende dien tijd
hun tractement en krijgen een toelage van 150 pond sterling, na 12
maanden moeten zij een eerste examen afleggen. Voldoen zij hieraan
goed dan krijgen zij een premie van 100 pond, na een tweede examen
na afloop van het tweede jaar wordt hun, wanneer zij slagen, nogmaals
een premie van 75 pond toegekend.
Ook bij de marine wordt geklaagd, dat te weinig officieren vreemde
talen verstaan, zoo zouden er maar 10 zijn, die Japansch en 4, die
Chineesch machtig zijn.
M. W. BI. 159-'09.
Pionieruïlrusting.
Volgens de Eevue des Armées étrangères is de pionieruitrusting van
het Japansche leger als volgt vastgesteld
Bij de infanterie draagt iedere man een stuk gereedschap, en wel be
vinden zich bij iedere compagnie 30 ijzerdraadscharen, van de overige
manschappen draagt twee derde kleine schoppen, een derde pikhouweelen,
bijlen en zagen. In de gevechtstrein bevinden zich bovendien op pakpaar
den 43 schoppen, 16 pikhouweelen en 8 groote bijlen.
Bij de cavalerie beschikt ieder eskadron over 12 tot 16 bijlen en op
vouwbare zagen. Deze worden door de manschappen aan den zadel be
vestigd gedragen.