Spanje en fflarokko,
Onder het Rif verstaat men de 50--60 K.M. breede strook
lands, die zich aan de Noordkust van Marokko langs de Mid-
dellandsche Zee uitstrekt van de Fransche provincie Oran tot
Ceuta. In engeren zin begrijpt men er evenwel alleen het
Westelijk deel van Melilla tot Ceuta onder. Vooral dit We
stelijk gedeelte is nog zeer weinig bekend, wegens de vijan
dige gezindheid der bewoners jegens vreemdelingen. In 1901
heeft de Markies de Segonzac een gedeelte daarvan kunnen be
zoeken; daarbij is hij evenwel aan de kust moeten blijven en
kon hij het binnenland niet indringen. Omtrent het Oostelijk
deel bezit men betere gegevens, vooral omtrent het aan Alge-
rië grenzende gedeelte, waar de Franschen nog kort geleden
eene expeditie hebben gezonden.
De landstreek is zeer bergachtig en woest. Het eigenlijke
Rifgebergte strekt zich in een lange keten van Ceuta tot Me
lilla nagenoeg evenwijdig aan de kust uit; van deze keten
gaan verschillende uitloopers naar zee uit. Vlakten vindt
men hier niet. Alleen ten Z. O. van Melilla vindt men eene
vrij groote vlakte, de Kebdana-vlakte, die ten W. begrensd
wordt door het Rifgebergte en ten Z. O. en Z. door het Keb-
dana-gebergte en de verbindingen hiervan met het Rifgebergte.
Ten oosten van het Kebdana-gebergte vindt men den berg
groep van de Beni Snassen.
Het gebergte, vroeger dicht beboscht, is tegenwoordig nage
noeg kaal; op de hoogere gedeelten vindt men hier en daar
nog begroeiingen van eiken, ceders en pijnboomen aan, op de
lagere gedeelten van tamarinde- en vijgenboomen.
In de nabij de kust gelegen strook ten Westen van het
schiereiland Gelaya, waarop Melilla gelegen is, worden de
bergen afgewisseld met duinen.
I. M. T. 1910. n