Een Vrijirillig Automobiel Korps op 3aiia. 297 „Nam men nu dit vervoeren van personen en goederen in eigen exploi tatie, dan spaarde men door 't bezit van personen- en vracht auto's de kosten uit die men thans aan particuliere maatschappijen betaalt. „Nu zag men dadelijk in dat zulk een berekening faliekant zou uitloopen. Daarom stelde men zich in verbinding met andere departementen, B.B., B. O. W. enz., óók om gegevens B. B. nu bijv. kon die gegevens niet verstrekken, hoogstens kon het een specificatie van kosten indienen van den postpaardendienst. „Welke resultaten dus die te maken berekening zal opleveren, is voors hands moeilijk onder getallen te brengen. „Wij zulleu er ons dus óók niet aan wagen, evenmin als aan een be rekening van een eventueel op te richten gouvernements-autodienst, maar o.i. zal ieder koopman er een zwaar hoofd in hebben ooit ergens een zich zelf bedruipende vervoers organisatie te creëaren die het uit sluitend, van gouvernements-vervoer zal moeten hebben. En hoeveel bezwaarlijker zal het gaan met auto's in een bergstreek als Midden-Java. Dat moet een deficit geven. „Het voorstel te doen afbangen van een aan te bieden berekening dat het gouvernements-butget van eenige departementen er niet door be zwaard zal worden, achten wij een fout". Volkomen juist! Maar, wanneer nu het gouvernement te kennen ge weven heeft, dat het niets wil weten van voorstellen die geld kosten? Dan moet men wel zich gaan uitputten in het bedenken van middelen om in het bezit van auto's te geraken op een manier, die niets kost. Of die oplossingen geslaagd genoemd mogen worden, kan eerst een nauwkeurig onderzoek uitmaken. Echter is Pelgrim op een dwaal spoor waar hij meent, dat het vervoer in Midden-Java de aanschaffing van personen auto's zal vorderen. Hier zullen alléén vrachtauto s gebezigd worden. Een proef met een Büning wagen slaagde goed. (Zie 2e afl. I. M. T. 1910 blz. 204 e. v.) In het Soer Nieuwsblad wordt beweerd, dat de voorwaarden voor toetreding niet voordeelig genoeg zijn. De inzender zegt: „Vooral de bandenquaestie is zegt het blad in deze_ van groot belang. De wegen op Java verkeeren over het algemeen in zulk een deplorabelen toestand, dat wanneer daarover snel moet worden gereden (wat van een automobiel voor oorlogsdoeleinden als regel zal moeten worden gevorderd), de autobezitter op verre na niet zou uitkomen met de voorgestelde tegemoetkoming „Om het even na te rekenen voor de oefeningsdagen. *Dan wordt tegoed gedaan voor benzine, olie en banden f 30,— per da°\ Laat ons nu eens aannemen dat op eiken manoeuvredag 6 uur wordt gereden en minsten 300 K M. worden afgelegd op redelijke wegen, dan is voor een middelmatige auto van 14 20 P. K. reeds noodig aan benzine en olie minstens f 10,— blijft dus 20,— voor de banden. Als men nu weet, dat groote auto's, snel rijdende, over niet al te beste wegen een compleet stel banden hebben versleten als ze 3000 K.M. hebben afgelegd en middelmatige onder dezelfde omstandigheden door hun banden heen zijn, na gemiddeld 4000 K.M., dan wordt de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 309