300 Bet toekomstige Sndische 5neIouur-bergge5chut. blijf in Nederland worden aangewezen, van en met den dag waarop hun plaatsing bij het departement van koloniën in werking treedt, tot en met den dag voor hun terugkeer naar lndië; door de officieren die ter de- taeheering uit Nederlandsch-Indië worden gezonden, van en met den dag na dien van aankomst in Nederland, tot en met den dag voor hun terugkeer naar Nederlandsch-Indië. Yoor de officieren die tijdens hun verblijf in Nederland worden aan gewezen, gaat het inclisch activiteitstraktement weder in met den dag van vertrek naar Nederlandsch-Indië. De uit lndië gezonden officieren genieten het indisch activiteitstraktement tot en met den dag hunner aan komst in Nederland, het gaat weder in met den dag van vertrek naar lndië. De tijdens hun verblijf in Nederland aangewezen officieren ontvangen vergoeding van verhuiskosten, als voor ranggenooten van het leger in Nederland ingeval van overplaatsing is vastgesteld, indien zij, wegens de plaatsing aan het deparrement van koloniën, van woonplaats moeten veranderen. Aan de uit lndië gezonden officieren wordt na hun aankomst hier te lande, een gratificatie voor uitrusting betaald van f 600. Het Soer. Handelsblad van 7 Feb. neemt uit de Avondpost" van 6 Januari een artikel over waarvan de inhoud op vele punten overeen komt met het stuk van den kapt. Blits in het I. M. T. No. 1 van 1910. De „Avondpost", het blad, dat veelal dezelfde militaire ideeën heeft als de heer Thomson, het Kamerlid, voegt hieraan een Naschrift toe, waar uit wij hier een en ander laten volgen. Na de bekende grieven tegen de firma Krupp gelucht te hehben, schrijft de „Avondpost": „Nu een laatste hoofdmoment uit het betoog: de uitzending van kapi tein Gooszen. Schr. veroordeelt die. Hoe ter wereld meent hijkan zoo'n infanterie-otRcier 1een beter kanon voor de bergartillerie beden ken dan onze leverancier. Zoo'n amateur, die daarenboven nieuw argument, zjj het dan ook niet als zoodanig genoemd op „vol Indisch traktement" naar Europa is gezonden! Laat ik dadelijk even ophelderen dat de officier in de formatie blijft van het Indisch leger, wat vanzelf spreekt omdat het precies hetzelfde is, of hij hier zijne denkbeelden uit werkt, waarvan de drie hoogstgeplaatste artillerie-officieren in lndië uit werking wenschelijk achtten, dan wel dit ginds deed. Over dat „vol trac- temont" moeten dus de „kameraden-met-verlof" zich in Godsnaam maar heenzetten. Wat nu de zaak zelve betreft, is het niet tegen te spreken, dat men op papier nóg zulke mooie dingen kan ontwerpen, tenslotte moet er een fabrikant zijn, die het ding maakt en dan eerst kan blijken of het vol doet. Maar waarom de ontwerper wèl de fabrikant öf een artillerist zou kunnen zijn en niet mijnheer Gooszen, dat begrijp ik nu niet. Hij zou zijn kanon ontworpen hebben als gevolg van bronnenstudie op de Krijgs school. Gecompileerd Niet eens uitgevonden 1) De toevoeging „infanterie" is van de Avondpost. De wapenquestie et de inzen der als niets ter zake doende buiten beschouwing. Eed.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 312