Repliek op „Draagbaar geschut Dan uerhoogd Dermogen, Zending Gooszen door kapt, W, fl, Blits," Gaarne hadden wij bovengenoemd opstel voorloopig- gelaten voor wat het was, ware het niet, dat er zoo tal van onjuist heden in voorkomen dat het noodig is deze reeds dadelijk aan te geven. Evenwel erkend moet worden, dat een voorsprong van 2h3 maanden verkregen werd, de onjuistheden ingeslagen zullen zijn, langer zullen invreten, het weerleggen er van daar door moeilijker wordt. Welke strekking het stuk na onze weerleggingen blijkt te hebben, wat de waarde er van dan moet zijn, kan de lezer zelve beoordeelen. Kapitein BI. maakt het ons voor een deel gemakkelijk, daar wij naast en tegenover zijne aanhalingen uit onze opstellen slechts andere zinsneden daaruit hebben te zetten, die de eerste te niet doen, dan wel ze in een ander licht stellen. Het moet echter wel bevreemding wekken, dat waar het eene werd aan gehaald het andere achterwege bleef. Wij hebben steeds open kaart gespeeld, zooals uit onze opstellen genoegzaam blijken kan. Het eerst gedeelte van het opstel als betoog, dat het idee deelbaar geschut niet nieuw is, kan gevoegelijk onbesproken blijven. Ook wij stelden dit van den aanvang af op den voor grond. (Zie I. M. T. 1905, blz 10). Kapt. BI. schrijft echter op blz. 109: „De kapt. G. wend de zich met zijn project tot verschillende firma's" (I). Dit nu is absoluut onjuist! De wordingsgeschiedenis van ons draagbaar kanon is in het kort de volgende. In Januari 1904 wendden wij ons, teneinde voor onze studie over bergartillerie over de voor clat tijdstip nieuwste gegevens te beschikken, tot eenige firma's (Zie I. M. T. 1905, blz 4). 1) De behandelde onjuistheden zullen ter plaatse met vette Romeinsche cij fers worden aangegeven. Alle te behandelen zou te ver voeren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 404