5ei Derstoren der orde dqh marcheerende troepen.
419 -
altijd is er gelegenheid, is er geld beschikbaar die officieren boven de
formatie in activiteit te herstellen.
Tegelijkertijd of reeds eerder teruggekeerde Infanterieofficieren hoor
den bij hun aankomst het opwekkende bericht„nonactief".
Die officieren dienen allen hetzelfde Leger, daargelaten dat van o.e
Infanterieofficieren veelal lichamelijk meer werd gevergd, een verlof voor
hen dus nog meer noodig was.
Dat hier eene onbillijkheid weg te nemen valt, zal wel niemand ont
kennen.
December 1909. J- C. C. Sandbbro.
Naar aanleiding van een geval, dat een automobiel zonder eenige
noodzaak in een marcheerende batterij drong hetgeen voor de auto
schadelijker bleek te zijn dan voor de batterij heb ik eens nagegaan,
hoe in zoo'n geval een colonnecommandant gerechtigd is om op te treden
Daar mij bleek, dat slechts weinigen daarvan op de hoogte zijn, lijkt
het mij niet ongewenscht, dit in het tijdschrift te publiceeren.
De verbodsbepalingen zijn opgenomen in gewestelijke verordeningen,
die voor de residentie Batavia luidt als volgt:
Yerbodsbepalingen tegen het verstoren der orde van de oefeningen
der gewapende macht.
Artikel 1
Gedurende de oefeningen der gewapende macht is in de residentie
Batavia de toegang tot het terrein, waar de oefeningen worden gehouden,
voor zoover de bevelvoerende officier zulks noodig acht, aan een ieder
ontzegd.
In deze verordening wordt onder „gewapende macht verstaan: aiie
gewapende corpsen, door de Regeering erkend.
Artikel 2. ja
Het is verboden de oefeningen der gewapende macht en de orde van
marcheerende troepen op eenigerlei wijze te verstoren.
Bij het ontmoeten van een marcheerende troep der gewapende macht
op de openbare wegen, zijn bestuurders van rij- en voertuigen verplicht
stil te staan, totdat de troep is voorbij getrokken.
Alleen in spoedvereischende gevallen, ter beoordeeling van den bevel
voerenden officier of de politie, zoo deze ter plaatse aanwezig is, kan
door dien officier of de politie aan een bestuurder van een rij- ot
voertuig op diens verzoek doortocht worden verleend.
Artikel 3.
Overtreding van de bepalingen dezer verordening wordt gestraft met
eene geldboete van één tot vijf en twintig gulden of, wanneer de over
treders Europeanen of met dezen gelijkgestelden zijn, met gevangenisstraf
van één tot vier dagen, wanneer zij Inlanders of met dezen gelijkge
stelden zijn, met ten arbeidstelling aan de publieke werken voor den
kost zonder loon van één tot twaalf dagen. Ingeval van herhaling van