- 433
„(Dodel" Kleeding.
Uerkeerde praktijken.
De Locomotief van 23 Maart wijdt weder eens eenige kolommen aan
de uniformquestie naar aanleiding van de demonstratie, waarvan Welte
vreden eenigen tijd geleden getuige was.
Nieuwe gezichtspunten opent schrjjver niet. Hij doorloopt nog weer
eens de lange lijdensgeschiedenis van de uniformeering van het Indische
leger. Een lijdensgeschiedenis, die plotseling begon met de onzalige veran
dering in 1894, waar niemand om gevraagd had.
Waarom de minderen gaarne buiten-model kleeding dragen?
Maar: 't goed en nog erger: de snit!
Lage kraagjes, wijde jassen (attilla's! n. b. die nauw moeten
sluiten), schoenen, Godbewaarme, in den vorm van een sigaren
kistje öf van een botervlootje öf van een vierkanten pot
Is het dan om zich te verbazen, dat een jongen, die maar een
duitje over heeft en gaarne netjes voor den draad komt, een buiten
modelletje koopt?
Neenen dat is te loven
Is 't te begrijpen, dat een jongen zie voorlaatste alinea, die
géén duitje heeft, 't op den beer doet (veel gebruikt argument van
tegenstanders van buiten-modelletjes!) Ja!
Maar waar zit de fout
Laten wij de zaak onder de oogen zien.
Onze uniformen voldoen niet
Bijna allen, uitgezonderd zij die weinig om hun uiterlijk geven
en dat zijn de beste soldaten niet, verlangen wat anders.
Er wordt gewenscht: een handige, practische veld- en dienstuniform,
en een nette, goed gesneden dracht voor 't garnizoen, met een dui
delijk waarneembare onderscheiding van elk wapen. Daar is heusch
zoo moeilijk niet aan te voldoen, en of 't duurder wezen zou
Wij gelooven van niet, maar, aangenomen dat zulks inderdaad
zoo was, zou dan nog die geringe meerdere uitgave niet ruimschoots
vergoed worden door een beteren geest in alle rangen van het leger,
dat er moge dan wel een kruidenier in de Tweede Kamer zijn die
het daar niet mee eens is toch de kurk is, waar ons Indië op drijft?
S. dwaalt hier een beetje af. Wij verstaan onder buiten-model klee
ding een kleeding alléén van nettere en betere qnaliteit, niet een van
afwijkende vorm. Dat de militairen kleeding van afwijkend model dragen,
omdat de uniform leelijk is, kan nooit toegestaan worden. Waar zou
het idee „uniform" blijven!
Daarentegen zou het aanbeveling verdienen iedereen toe te staan
buiten dienst kleeding te dragen van betere snit en fijner qualiteit.
Daarmede zouden de belangen van het leger gebaat worden, 't Zijn,
zooals S. zegt, niet de slechtste soldaten, die er gaarne netjes uitzien.
Naar aanleiding van de klachten over de werving (jrg. 1909 bladz 1289)
deelt men aan de N Ct. thans van betrouwbare zijde het volgende mede
„Dezen winter vernam ik van een onderofficier-onder wijzer bij het
voorb. mil. ond., dat een loteling, die gaarne bij een zeker korps in een
bepaalde garnizoensplaats wenschte ingelijfd te worden, het best deed
zich persoonlijk tot den schrijver (vermoedelijk een adjudant-onderoffici er)