Enkele Opmerkingen oner de Boofdsfukken De Spreiding en Trefkans in hei Aanhangsel Schieinoorschrifi der Infanterie, benepens het Premiestelsel, In 10 staat o. a. vermeld: Deze spreiding lijkt mij te mooi voor middelmatige schutters. Hiermede worden de te verwachten treffers in den staat van „het Aanhangsel" op blz. 24, niet zooals daar vermeld, doch Afstand in M. Kop. Borst. Romp. 100 M. 88 100 200 M. 62 90 o/0 99 o/0 300 M. 40 o/0 68 87 400 M. 26 o/0 46 67 Deze uitkomsten zijn door mij gevonden door b. v. voor de kopschijf het procent treffers uit te rekenen op eene schijf van de volgende gedaante. Dit zijn wel <i9c.m-> niet geheel dezelfde afmetingen als die volgens het schietvoorschrift, doch - ze verschillen hiervan zoo weinig, dat Q <15-5> dit voor de berekening van zóó ge- ringen invloed is, dat het overbodig 60 C-M geacht moet worden de zeer omslachtige berekening te verrich ten om de trefkans te bepalen op eene schijf van de juiste afmetingen. Op blz. 24 Aanhangsel worden andere uitkomsten verkregen, omdat blijkens de toelichtingen op blz. 24 en 25, b. v. voor de kopschijf, eerst de trefkans is berekend op eene schijf breed In de praktijk neemt men aan dat de spreiding van den middelmatigen ♦schutter bij liet vuur uit de vrije hand, gelijk is aan het dubbele van de ♦normale geweerspreiding. O O O 19 c.M- 50 c.M

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 496