Een moor moord.
502
Yoorstellen tot het geven van fourage voor een eventueel tweede paard
zijn blijkbaar onmogelijk bevonden. Het plaatsen van meerdere officie
ren te Banjoe-Biroe, dito.
Zou het verhoogen van het voorschot ook blijken onmogelijk te zijn?
Laten we hopen van niet.
26 Februari 1910.
Ha RIN.
Tijdens zijne inspectie werd er door een der Afdeelings Commandanten
op gewezen, dat er meer werk gemaakt diende te worden van oefeningen
tegen den B. V, dat dit minder sloeg op den soldaat dan wel op officieren
en kader, omdat z. i. de soldaten wel volgen als officieren en kader
maar goed leiden en voorgaan, dat desnoods de soldaat maar wat bezig
gehouden moest worden om gelegenheid en tijd te vinden voor veelvuldig
oefenen van officieren en kader.
Wat sprak die generaal naar mijn hart!
Al te veel m. i. wordt hier de aandacht geconcentreerd op geoefendheid
van den soldaat, men voelt zich niet lakker, wanneer men niet de noodige
palen heeft verslonden, liefst in een sneller tempo dan de voorschriften
aangeven.
Altijd allen bij den dienst, men vindt dat noodig, hoewel de Grondslag
Opleiding en Oefening der Infanterie het tegendeel voorschrijft.
Het is toch duidelijk, dat b. v. in het gevecht een tactische fout van
den Compagnies-Cdt. door geen meerdere geoefendheid van zijn soldaten
is goed te maken; de ondervinding leerde, dat eenmaal in 't vuur, van
het verschil tusschen meerdere of mindere geoefendheid weinig of niet
meer overblijft. Daar beslist slechts de kennis van officieren en kader
en de geest van den soldaat.
Het schietvoorschrift zegt b. v. dat bij een misschatting van 100 M.
het verschil tusschen goede en middelmatige schutters reeds wordt op
geheven. Op de schietbaan zelfs, let wel
De laatste schrijvers bevelen ook sterk oefeningen met de hulpwapens
aan. Om dit veelvuldig te kunnen doen zou het noodig zijn de troepen
te concentreeren b. v. in de standplaatsen van de Afd. Cdtn.
Dit brengt natuurlijk onkosten m*e, maar wat het zwaarste is, moet
ook het zwaarste wegen. Bovendien, behoeven die onkosten wel zoo heel
groot te zijn? Kunnen onze troepen zelf niet te werk gesteld worden,
desnoods onder leiding van een enkele genie-officier. Wanneer het
garnizoen gezond gelegen is, kan men met zoo weinig volstaan.
Wat zou het voor den troep niet een aangenaam afwisseling zijn en tevens
een goede leerschool voor hun, die nog niet te velde voor dit soort werk
gezet waren.
Ten slotte nog een enkel woord over de opleiding van den geest van
den troep. Wordt daaraan wel veel gedaan? Zijn er veel Comp. Cdtn.
die tijdens de diensturen zelf of door hun officieren populaire voordrachten
houden of laten houden b. v. over het belang der Ned. Staat bij het
behoud barer Koloniën of de taak van het Indische Leger in verband
hiermee of het doel van de krijgstucht en wat men daaronder te verstaan
heeft, enz. enz.