Artillerie-Machten,
512
Deze overweging alleen zou al voldoende zijn om alle angst voor een
herhaling binnen afzienbaren tijd van den Mongolenslag te bannen. Doch
er is nog iets anders. De chineesche soldaat kan onder goede vreemde
leiding veel presteeren, zoolang alles goed gaat.
Dat ziet men bijv. in de handels-scheepvaart langs de chineesche kust,
waar chineesche bemanning onder de bevelen staat van vreemde gezag
voerders. De speciale eigenschappen der Chineezen treden daar zeer op
den voorgrond. Zij gehoorzamen onvoorwaardelijk, ze zijn matig en
hebben weinig persoonlijke behoeften. Daarom prefereeren de meeste
gezagvoerders dan ook chineesche zeelieden boven europeesche. Maar
in het oogenblik van gevaar, als de europeesche zeelieden zich in hun
beste licht vertoonen, laten de chineesche zeelieden bijna zonder uit
zondering den moed zakken. Dan verandert de aanvankelijke zoo gehoor
zame, gedisciplineerde bemanning plotseling in een teugellooze, muitende
bende, waarmede niets is aantevangen, omdat ieder alleen aan zich zelf
denkt. Scheepsrampen worden gelukkig zeldzamer aan de chineesche
kust, doch in vroeger jaren, toen er nog zooveel zeilschepen bestonden,
en er meer schipbreuken plaats hadden, kon men bijna stellig rekenen
op genoemde noodlottige verandering der manschappen juist op het tijd
stip, dat van hunne absolute gehoorzaamheid aan de bevelen van den
gezagvoerder het leven van de geheele bemanning afhing. In geval
van nood kan de gezagvoerder zich niet op de bemanning verlaten. En
zoo zal het ook wel met de chineesche soldaten gaan, zelfs onder vreemde
aanvoerders Want er bestaat geen enkele reden om te gelooven, dat
de Chineezen, de zwaarste beproeving voor een soldaat, n. 1. geregelde
terugtocht na eene nederlaag, tot een beter einde zouden brengen en zich
daarbij beter zouden gedragen dan bij een schipbreuk. Het is veel waar
schijnlijker dat de Chineezen direct op de vlucht zullen slaan, zoodra
de kansen zich tegen hen keeren; zooals ze trouwens altijd gedaan heb
ben. Yoorloopig bestaat er dus nog geen gevaar dat een legermacht
van vele millioenen Chineezen Europa zal verontrusten, zooals zij dat
in vroegere eeuwen hebben gedaan. Napoleon heelt wel is waar beweerd,
dat een leger van hazen, aangevoerd door een leeuw, beter is dan een
leger van leeuwen onder bevel van een haas, doch niettegenstaande de
groote waarheid, welke in dergelijke uitspraken schuilt, moet men ze
toch niet te letterlijk opvatten.
Immers, er zijn in de geschiedenis voorbeelden genoeg, waarbij een
veldslag, niettegenstaande de middelmatige bekwaamheid van den aan
voerder, gewonnen werd door den heldenmoed der soldaten. Aan den
anderen kant moet het ook den meest bekwamen bevelhebbers uiterst
moeilijk vallen, een eenmaal in verwarring geraakten troep of ook zelfs
maar door het vernielende vijandelijk vuur tot staan gekomen troep
Chineezen bij elkaar te houden. Denkt maar eens aan de chineesche
soldaten voor Port Arthur! Met de japansche soldaten kunnen zij niet
worden vergeleken.
In de Locomotief klaagt een artillerist over de onvoldoende te gemoet-
koming, die de officieren in de schietkampen krijgen.