Tactische Correspondentieciirsus,
Onderstelling Do. 4. Uitnoering.
Vervolg van biz. 3i6.)
Uitvoering. Reeds vroeger is in dit tijdschrift uiteengezet, dat eene
troepenmacht zelfs tegenover eene overmachtige tegenpartij eene voor-
deelige beslissing verkrijgen kan, wanneer zij den aanval uitvoert op het
oogenblik, dat de tegenstander bezig is, bv. eene breede, ondoorwaadbare
rivier over te trekken 2).
De in het vorige nummer gegeven onderstelling verschaft gelegenheid
tot bespreking van de maatregelen, welke in een bepaald geval genomen
moeten worden, om van eene ernstige terreinhmderms op de hier bedoelde
W'De uitdrukking „op de meest krachtige wijze beletten" in de opdracht
wiist erop, dat van den Noordelijken Brigadecommandant verlangd wordt
niet slechts een tegenhouden, doch een verslaan van Zuidelpke afdeehngen,
die langs de opgegeven wegen ondernemingen tegen de flank der Noor
delijke hoofdmacht in den zin mochten hebben. Nu zou de Brigadecom
mandant er toe kunnen komen met zijne brigade den vijand opte zoeken
en aan te vallen. Echter is hij nog geheel onbekend met s vijands
bewegingen, terwijl de aanwijzing in de opdracht „gebruik te maken van
de hindernis, gevormd door Tji Taroem en Tji Somane hem voor een
dergelijk optreden op den Zuidelijken oever waarschuwt en erop wijst, dat
de Opperbevelhebber hier optreden van overmachtige Zuidelijke troepen
Derhalve komt het er voor hem op aan, al zijne krachten vereenigd
te hebben tegenover het door den vijand gekozen overgangspunt op het
oogenblik, dat deze den overtocht uitvoert. Om dit resultaat te bereiken,
is het noodzakelijk,
dat verkennings- en kondschapsdienst spoedig de nadering van s
vijands hoofdmacht en den daarbij gevolgden weg waarnemen;
dat berichten en bevelen zonder fout met groote snelheid hunne bestem
ming bereiken;
dat de wegen aan de eigen zijde van de rivier eene snelle verplaatsma
der troepen naar elk mogelijk overgangspunt bevorderen
1) Voor de bij deze aflevering gevoegde kaart wordt de toegevendheid van den
lezer ingeroepen; de beperkte middtlen, waarover het tijdschrift beschikt, laten <3e uit
gave van eene betere kaart niet toe. Echter wordt erop gewezen, dat de topographische
kaart in alle garnizoensbibliotbeken verkrijgkaar is en zoo met, door deze kan worden
aangevraagd.
v) I. M. T. 1908. blz. 527 e. v.