Q) e d e d e e I i n g e n
Van de Redactie.
Lezing in de Indische Krijgskundige Vereeniging over TDe Schietopleiding
en het Schietvoorschnfï der Infanterie van het Ned. Ind. Leger."
Het bestuur van de Indische Krijgskundige Yereeniging stelt zich
voor over eenigen tijd eene lezing met gelegenheid tot debat te doen
houden over het hierboven genoemde onderwerp.
Teneinde gedachten wisseling in den ruimsten zin mogelijk te maken,
heeft de redactie, op verzoek van voornoemd bestuur, besloten in de
eerstvolgende nummers van het tijdschrift eenige meerdere ruimte voor
dit belangrijke onderwerp beschikbaar te stellen.
Inkomende opstellen zullen zoo spoedig mogelijk worden geplaatst.
Nogmaals Slechte Tucht(Zie I. M. T. '10-blz. 514).
In de voorlaatste alinea staat op genoemde blz
„Sedert eene algemeene order over bijeenkomsten van officieren
„verschenen is, waarin wordt bepaald, dat onze reglementen critiscb
„moeten worden behandeld, is het gedaan met den eerbied voor die
„reglementen, niet omdat zij niet eerbiedwaardig zijn, maar omdat
„daarop door onbevoegden eene onwaardige, natuurlijk sterk afbreken-
„de critiek wordt geoefend, waardoor in het officierskorps het denk
beeld wortel schiet, dat het beter is niet te doen, zooals het regle-
„ment voorschrijft."
Naar aanleiding daarvan werd ons de vraag gesteld, of wij schrijvers
meening deelden, waar hij het bestaan van een A. O. afkeurt, die voor
schrijft de reglementen critisch te bespreken.
Als antwoord op deze vraag meenen wij te kunnen volstaan met te
wijzen op den inhoud van het tijdschrift, waarvan welhaast iedere af
levering het bewijs levert van het tegendeel. Alleen door voortdurend
om ons te zien, de reglementen van andere legers te bestudeeren en
te vergelijken, kunnen we gewaarworden, waar de onze achterblijven,
leemten vertoonen en aanvulling behoeven. Critische beschouwing en
bespreking is noodig, maar critisch in wei willenden, in opbouwenden zin
Wij gelooven dan ook niet, dat P. het hiermede niet eens zou zijn.
Wij kregen den indruk, dat volgens hem die A. O. vooral onbevoegden
aanleiding gegeven heeft nu zooveel mogelijk de reglementen te gaan
critiseeren, d. w. z. afbreken.
Deze meening laten wij geheel voor rekening van den schrijver. Hij
geeft haar ook slechts als een der oorzaken om het gebrek aan eerbied
voor de reglementen te verklaren.
Wellicht is deze lezing onjuist en bedoelt P. anders. In dat geval
zijn we het niet met hem eens. Maar de hoofdzaak van zijn betoog
was, dat er gebrek aan eerbied voor de reglementen bestaat, en dat
dit kwaad meer voorkomt dan goed is, dat onderschrijven wij.
Red.