Een protest naar aanleiding nan het artikel: „Bet samenspelen nan meerderen met minderen in militaire noetbalnereenigingen," uoorkomende in Let no. 12 nan 1909 biz, 1242 door 3. C. Met genoegen las ik bovenvermeld artikel, met genoegen nl.r omdat hiermede een onderwerp aangevoerd is geworden, dat den laatsten tijd in officierskringen zeer dikwijls is ter sprake gebracht, en dat zoowel zijn voor-als tegenstanders heeft. Eene wisseling van gedachten over dit onderwerp zal dus nooit nut teloos zijn. Toonde de schrijver van bovenvermeld artikel zich een te genstander van het samenspelen van officieren x) met minderen, ik voor mij, heb me onder de voorstanders geschaard. Voorop zij gesteld, dat ik niet altijd een voorstander geweest ben, maar dat ik wel degelijk een tijdperk heb medegemaakt waarin ik me noch voor het een, noch voor het ander, durfde te ver klaren. Maar langzamerhand, na ongeveer anderhalf jaar ge regeld met minderen samengespeeld te hebben, ben ik me onder de voorstanders gaan scharen. Het zij mij vergund, mijne beweegredenen daartoe, hieronder nader uiteen te zetten. Evenmin als de heer J. C. acht ik het hier de plaats om de gunstige eigenschappen van de voetbalsport, ook voor den mi litair in 't algemeen, te besprekenslechts één dier gunstige eigenschappen wensch ik hier te releveeren, nl. de beschaving, die door de voetbalsport gekweekt wordt. Hoe vreemd het ook moge klinken voor een oningewijde, die misschien een en kelen keer het spel gezien heeft en voor wiens leekenoogen het een ruwe, gevaarlijke liefhebberij is, toch is het eene on- omstootelijke waarheid, dat de voetbalsport in hooge mate be schavend werkt, mits men onder de spelers beschaafde per sonen aantreft, die van hunne beschaving weten mede te deelen 1) We zullen hier alleen leipreken het samenspelen van officieren meb minderenhet overige kader bij)ft dus buiten beschouwing.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 64