BI3hflGE
Schriftelijke Vragen
nan het Toelatingsexamen tot den Krijgskundigen
cursus aan de Boogere Krijgsschool 1909.
Februari
flfl. 2 1910.
Tactiek.
Exercitiereglementen
I. Schets, aan de hand van ons exercitiereglement, den aan
val van een bataljon infanterie in brigade verband, met betrek
king tot gevechtsvorm en gevechtsleiding. (1 uur).
LeidraaclVelddienst
II. In welke soorten onderscheidt gij de voorposten en welke
overwegingen doen zich naar Uwe meening gelden bij het aan
wenden van elk dezer soorten? (1 uur).
Toegepaste Tactiek:
III. Welken invloed hebben défilés op de gevechtsvoering
en in welke gevallen zal naar Uwe meening de strijd vóór, in
of achter het défilé gevoerd worden? (1 uur).
IV. Geef eene beschouwing over het bezetten van punten
vóór eene verdedigende stelling, (f uur).
V. Een A. detachement is door een Oostvijand ten1 W. van
Radjamandala over de Tjitaroem geworpen en wordt op den
terugtocht naar Tjiandjoer (8 paal ten W. van Tjirandjang)
scherp vervolgd.
Achter de Tji Bodas met een deel van zijne troepen tijdelijk
stand houdende, zendt de commandant van het A. detachement
een ander deel, sterk:
1 Bataljon Infanterie,
1 Batterij Veld-Artillerie (4 moderne stukken),
1 Peloton Genietroepen,
1 Peloton Cavalerie,
naar Tjirandjang tot het dekken van den overtocht over de
Tjisokan.
Wordt gevraagd:
a. Op een oleaat aan te geven waar laatst bedoeld detache
ment stelling neemt en hoe het deze bezet.