Een kruitfabriek uoor ündie.
De financieele toestand der subalterne officieren,
84
die de lessen aan de bestuursaeademie hebben gevolgd en later door de
omstandigheden geroepen worden tot uitoefening van burgerlijk gezag,
bij gebleken geschiktheid daarbjj voorgoed zullen overgaan Dat kan
tegenwoordig gebeuren met officieren die nooit eenige studie van bestu
ren hebben gemaakt en daarom zou het onbillijk, dwaas zijn om hen
die wel college hebben geloopen van die kansen uit te sluiten.
Het bijwonen van de lessen door militaire verlofgangers moet dus
eenvoudig beschouwd worden als een tegemoetkoming aan d9 reeds lang
door het legerbestuur gekoesterde wenschen.
In verband met den gemiddeld korten diensttijd der 1. officieren wil
S. dan bij voorkeur jonge officieren tot de Bestuursaeademie toegelaten
zien, niet de oudere, die reeds door pensioen plannen afgeleid worden.
Het Bat. Nieuwsblad van 16 Dec. neemt uit de Nieuwe Courant een
artikel over dit onderwerp over.
Na een beschouwing over de samenstelling van het rookzwakke kruit,
dat vooral een betrekkelijk lage temperatuur eischt om goed te blijven,
merkt schrijver op:
een tweede, zeer groote factor ten ongunste van indië is 't feit
dat aldaar geen rookzwak kruit kan worden gefabriceerd, zoodat steeds
zeer groote, voor een mogelijke oorlog bestemde voorraden moeten aan
wezig zijn;voorraden, te grout om ze door de schietoefeningen in
vredestijds steeds door en tijdig te kunnen verbruiken. Altijd dient
die voorraad compleet te zijn, immers eiken dag kan krijg brengen,
als wanneer verdere toevoer uit het moederland doorgaans onmogelijk is.
Afkeuring van gedeelten van dien voorraad is daarom soms noodig.
Aan dusdanige geldelijke verliezen zou slechts kunnen worden ontko
men, wanneer in Indië zelf een fabriek werd gevestigd voor de vervaar
diging van dit kruit, in 't algemeen van explosie stoffen. Feitelijk is
't hoogst bevreemdend, dat zoo een fabriek al niet reeds sinds jaren
bestaat, ter vervanging van den ouden kruitmolen (voor zwart kruit)
te Ngawi. Leger, vloot, mijnbouw, de spoorwegen, havenaanleg en het
jachtbedrijf; een zoo veelsoortig aantal afnemers kan aan een flinke,
moderne fabriek voldoende bestaanszekerheid waarborgen, vooral wanneer
het gouvernement er een regie van mocht maken, dus de leverantie aan
zich trok.
Mocht men de kruitfabricage echter niet tot gouvernementsbedrijf willen
maken, dan ware het denkbeeld te overwegen, de Muidcrfabriek aan te
moedigen tot het oprichten van een filiale op Java. Die fabriek voor
ziet reeeds sinds jaren in alle kruitbehoefce voor de defensie (slechts
voor enkele kanonsoorten wordt kruit uit het buitenland betrokken).
En naar we meenen te mogen gelooven tot algeheele tevredenheid.
In de Javabode van 17 December schrijft Luitenant G. over „Een
oplossing voor de luitenants". Hij had gerust kunnen spreken over de
officieren in het algemeen of tenminste over de subalterne officieren.