94
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
hoeften van de mindere militairen, rekening wordt gehouden met de
ter kennis van de bevoegde autoriteit gebrachte verzoekschriften
dier vereenigingen. Aan het verzoek tot overlegging van eene
opgave, waaruit blijkt, hoeveel van de gedane verzoeken in de laatste
jaren zijn ingewilligd en hoevele geweigerd, kan de ondergeteekende
niet voldoen. Terecht is overigens door verschillende leden er op
gewezen dat het nut van zoodanige opgave zeer twijfelachtig zou zijn.
Den ondergeteekende zijn de redenen niet bekend, die tot het
verbod hebben geleid, dat aan het voetbalspel van militairen van
lageren rang door hunne superieuren niet mag worden deelgenomen.
Hij moet zich dus omtrent dat verbod zijne meening voorbehou
den.
Het ligt in het voornemen eene mogelijke wijziging van de toela
gen voor eereteekenen te overwegen bij de herziening van de wet
van 30 April 1815 Staatsblad no 33). Blijkens het slot der Memorie
van Antwoord op het Voorloopig Verslag betreffende het Ilde hoofd
stuk der Staatsbegrooting voor dit jaar, zal die herziening ook worden
benut tot overweging van de vraag, of het aanbeveling kan verdienen
aan de weduwen van gedecoreerde militairen eene toelage te geven,
evenals geschiedt bij het broederschap van den Nederlandsehen Leeuw.
De vraag, of, en zoo ja, in hoever, het verstrekken van toelagen
wegens eervolle vermelding wenschelijk moet worden geacht, zal, zooals
reeds op bladz. 28 van de Memorie van Antwoord op het Voorloopig
Verslag der Tweede Kamer betreffende de loopende begrooting werd
medegedeeld, tegelijkertijd in beschouwing worden genomen.
Het toezicht op de menages is opgedragen aan de korps-en detache
mentscommandanten. Bij het zeer groot aantal meDages is het zonder
nadere aanwijzing niet wel mogelijk na te gaan, waar scherper toezicht
dan thans wordt uitgeoefend noodig zou zijn.
De beproeving van het in het Voorloopig Verslag bedoelde nieuwe
noodration voor het leger te velde heeft tot het resultaat geleid dat
daaromtrent over het algemeen een onguns'ig oordeel werd uitgesproken.
Hoewel e voedingswaarde en de smaak door sommigen gunstig wer
den beoordeeld, werd door anderen geklaagd over een gevoel van te
genzin bij en van honger na het gebruik, terwijl het mede een bezwaar
werd geacht dat het preparaat grooten dorst verwekt en voor het
gebruik veel vocht koffie of thee noodig is. Een zeer groot bezwaar
isvjorts gelegen in de omstandigheid dat het preparaat in het Indisch
klimaat vrij spoedig tot bederf overgaat Dit bederf werd niet alleen
geconstateerd na eene bewaringsproef in de origineele blikverpakking
gedurende ongeveer 10 maanden, maar ook bij verstrekking aan de
tachementen, enkele maanden nadat de partij in Indië ontvangen
was.
De legercommandant en de Gouverneur-Generaal zijn overigens een
stemmig van oordeel dat ook al mocht de uitvinder er in slagen
de geconstateerde gebreken weg te nemen het preparaat als nood
ration voor het Indisch leger geen voordeel aanbiedt en dat geen verdere
proeven in deze richting genomen moeten worden De oplossing van
het vraagstuk behoort naar het gevoelen van het legerbestuur gezocht
te worden met gebruikmaking van inheemsche voedingsmiddelen, in