98
INDSICH MILITAIR TIJDSCHRIFT
reeds in verschillende Staten was ingevoerd en nog onlangs in Tur
kije het succes daarvan was bevestigd geworden. Ten slotte heeft echter
ook deze firma de haar geboden gelegenheid om haar materieel in eigen
werkplaatsen te doen bezichtigen en op haar eigen schietterrein te doen
beproijven, waardoor het mogelijk was de voordeelen van dat materieel on
der de meest gunstige omstandigheden te demonstreeren, niet afgeslagen.
De kapitein Gooszen heeft derhalve ook de gelegenheid gehad het
materieel van de firma Schneider te bestudeeren en tevens de gege
vens leeren kennen van een bij die firma in aanmaak zijnd bergkanon
van hoog vermogen, waarbij hem echter bleek dat ook dit constructii s
bevat, die niet gewild zijn, niet aansluiten aan het veldgeschut en
ook niet naar zijn denkbeelden zijn om te werken.
Na afloop van zijn studiereis heeft de heer Gooszen gerapporteerd
dat de firma Krupp met hare nieuwe constructie van een verdeelbaar
draagbaar kanon en van een eenheidsprojectiel naar zijne overtuiging
het hoogste standpunt inneemt voor wat betreft stabiliteit, aansluiting
aan het veldgeschut en uitwerking en dat zoowel kanon als projectiel
met betrekkelijk geringe wijziging geheel aan de door hem gestelde
eischen zullen voldoen.
De ondergeteekende heeft daarop bepaald, dat de heer Gooszen zijne
projecten bij die firma nader zal uitwerken en alverder machtiging
verleend tot het doen aanmaken van twee kanonnen (een sectie) ter
verdere beproeving in Indië in tegenwoordigheid van den ontwerper.
De onderstelling, dat de in Nederland ingevoerde Schwartzlose-
mitrailleur in Indië niet zou hebben voldaaD, moet op een misverstand
berusten. De in 1906 naar Nederlandsch Indië ter beproeving gezon
den Schwartzlose-mitrailleurs van het eerste machinaal geconstrueerd
model vertoonden nog enkele onvolkomenheden, waarin bij het in 1908
hier te lande ingevoerde model reeds was voorzien. Aan het thans
voor Indië aangenomen model (1910) zijn alle door het legerbestuur
noodig geachte detailwijzigingen en verbeteringen aangebracht.
Tegen de overlegging van de voor den dienst bestemde rapporten
moet de ondergeteekende op grond van de meermalen medegedeelde
redenen bezwaar maken.
Ten aanzien van de vraag, of het niet wenschelijlc ware, de zorg voor de
militaire gebouwen, met uitzondtring van verdedigingswerken, over te
brengen bij de openbare werken, meent de ondergeteekende te knnnen
verwijzen naar hetgeen omtrent dat punt is gezegd op bladz. 64 en
56 van de Memories van Antwoord op het Voorloopig Verslag der
Tweede Kamer betreffende de Indische begrootingen voor de dienst
jaren 1907 en 1910.
Er bestaat naar de meening van den ondergeteekende geen aanlei
ding om er aan te twijfelen, dat in Indië voldoende tegen spionnage
door agenten van buitenlandsche mogendheden wordt gewaakt.
Onder af deeling 144. Hoewel ook in Indië getracht is de afdoening
dezer aangelegenheid te bespoedigen, is men er niet in geslaagd het
daarheen te leiden dat reeds bij deze begrooting rekening kan wor
den gehouden met de voorgenomen reorganisatie of opheffing van de
pupillenschool te Gombong, omdat het overleg met de besturen van