BÜ
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT.
105
met het klimmen van het aantal dienstjaren toenemende uitgaveD voor
het gezin van de veelal reeds op jeugdigen leeftijd gehuwde officieren.
Uitgaande van de bij de tegenwoordige traktementen aangenomen nor
men komt men door de toepassing van de naar den bovenvermelden
maatstaf berekende periodieke verhoogingen tot de ondervolgende rege
ling, waarbij alleen het aan vangstraktement van de luitenants-leerlin
gen der hoogere krijgsschool en van hunne gelijk bezoldigde collega's
bij de rij- en hoefsmidschool met f 200 'sjaars zal worden verhoogd.
KAPITEINS.
1ste LUITENANTS.
Bij
benoeming.
Na 17 jaren
dienst.
benoeming.
Na 6 jaren
dienst.
Na 9 jaren
dienst.
Na 12 jaren
dienst.
Hoogere krijgsschool, leeraren
f 3000
f 3375
f 2800
leerlingen
3000
f 2200
f 2200
f 2400
2700
Departement van Koloniën
3000
3375
Rij- en hoefsmidschool
2200
2200
2400
2700
Koninklijke militaire academie
3000
2000
2000
2400
2800
Hoofdcursus
3000
2000
2000
2400
2800
Normaal schietschool
3000
3375
2000
2000
2400
2800
Koloniale Reserve
2200
2500
1400
1550
1850
2200
Bij de berekening van de bedragen der periodieke verhoogingen dien
den de inkomsten, welke in de bestaande traktementsregeling als
toelagen worden aangemerkt, buiten rekening te worden gelaten, omdat
deze toelagen, onafhankelijk van den diensttijd, alleen dienen om de
bezoldiging van de in verschillende betrekkingen geplaatste officieren
overeenkomstig de verschillende aan die betrekkingen verbonden
eischen te kunnen regelen.
Deze toelagen, welke derhalve naast de bovenvermelde traktemen
ten dienen te worden bestendigd, zijn in de nieuwe bezoldigingsrege
ling onveranderd overgenomen, met uitzondering alleen van die der
luitenants-leeraren aan de Koninklijke militaire academie en aan den
hoofdcursus, welke gelijk zijn gemaakt aan de toelageD, welke de in ge
lijke betrekkingen geplaatste officieren van het Nederlandsche leger
thans genieten.
In verband met het bovenstaande is gerekend op de volgende toe
lagen
