INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
109
het doelwit der cavaleristisehe handelingen in te deelen, doch deze
slechts hoogstens te markeeren. Ook bi] de eigen partij dient infan
terie te zijn; de cav. moet n.l. weten, wat de inf. wil en welke in
lichtingen zij behoeft. Met beschouwingen omtrent het optreden van
cav. bij de verkenning en in den strijd eindigt dit belangwekkend
artikel.
De plaats, die de officieren van de Militaire Administratie in een
leger dienen in te nemen, wordt door den Heer Vogel in een artikel
aangegeven, welke bijdrage S. aan de commissie voor de herziening
van het Militair onderwijs ter overdenking aanbiedt, en waarin hij
tevens aangeeft, wat hij gaarne zou wenschen, dat aan genoemde offi
cier vóór hunne benoeming als zoodanig, werd onderwezen.
Verder wijzen wij op: „De verpleging van het Fransche leger ge
durende den veldtocht van 1812 in Ruslandwelk artikel een vervolg heeft.
De Militaire Spectator 1910 No. 7 tot en met 10.
In deze afleveringen behandelt de kapitein J. H. Boeije de mee
ningen omtrent de indeeling van Hadsen-geweren hij de infanteriecavaleitie,
veldartillerievesting- en belegeringsartillerie en landingstroepen. Reeds
vroeger somde S. de verschillende voordeelen op, verbonden aan
deze geweren en het gebruik dat daarvan gemaakt wordt (zie hetgeen
wij daaromtrent neerschreven op de blz. 1079 en 1080 van den vorigen
jaargang); thans neemt hij het gebruik bij elk der wapens afzonder
lijk in beschouwing. In de bekende Wetenschappelijke Jaarberichten
treffen wij elk jaar ter zake de noodige beschouwingen aan hiernaar
verwijst S. dan ook. Het is der overweging waard, om zooals S.
voorsteltmitrailleurafdeelingen, waarbij waterafkoeling wordt toege
past, ook uit te rusten met Madsen-geweren, mede te voeren in
foudralen ter zijde van de mitrailleurwagens aangebracht.
Bij het gebruik bij de cavalerie wijst S. op de groote voordeelen,
dat de vuurkracht die bij elke afdeeling door de onttrekking van pa
trouilles, paardenhouders en reserve gering te noemen is aanmerke
lijk verhoogd wordt, zonder dat men zooals bij indeeling van mitrail
leurs, daarvoor speciaal een dekking moet afgeven; voorts kunnen
Madsen-geweren veel eenvoudiger en gemakkelijker door cav. me
degevoerd worden dan mitrailleurs; hare snelheid van beweging wordt
er bovendien niet door geschaad. Ook het medevoeren van een vol
doende munitievoorraad is eenvoudig te regelen, evenals de munitie
aanvulling. De toepassing van Madsen-geweren bij de cav. maakt eene
belangrijk grootere onafhankelijkheid van de andere wapensoorten
mogelijk.
Ook bij de Yeld-Artillerie waren Madsen-geweren in te voeren,
en wel voor verdediging tegen plotselinge aanvallen van nabij. Zoo
zou men bij elk stuk een geweer-mitrailleur kunnen medenemen, te
bevestigen aan den caisson, waarbij de noodige munitie.
Bij de Yesting-, Belegeringsartillerie en bij de zeemacht o. a. op
torpedobootenis ook aanwending van Madsen-geweren dikwijls
te prefereeren boven die van mitrailleurs; water voor het af-