51 i d n 11 z q. Bij het bestudeeren van bovengenoemd werk bekroop mij de last om in het I. M. T. een schildering te geven van den slag bij Sli vnitza in 1885, wijl deze slag speciaal voor ons leger een hoogst belangrijk voorbeeld levert van de actieve verdediging van een uitgebreide stelling in bergland met weinig troepen en onder ongunstige omstandigheden, een verdediging, die na het ge leidelijk toestroomeiT van versterkingen overgaat in een aanval, waardoor de oorspronkelijke aanvaller tot den terugtocht wordt genoopt. De omstandigheden, waaronder die slag werd geleverd, doen in hooge mate denken aan die, welke vermoedelijk ons even tueel optreden in de stellingen rondom de Bandoengsche hoogvlakte zullen kenmerken. In Künz' uitmuntend werk zal men alles beter en uitge breider kunnen vinden dan in dit korte extract, doch zulk een werk komt slechts weinigen in handen en de Servisch- Bulgaarsche oorlog heeft waarschijnlijk tot nu toe weinig be langstelling in ons leger gewekt. Ziedaar de aanleiding tot het publiceeren van deze studie De oorzaak van den oorlog was het feit, dat Oost Rumelië in September 1885 op vreedzame wijze het Turksche juk af- (Naar Kunz'Taktisclie Beispiele aus den Kriegen der neuesten Zeit 18801900. Ie Heft. Der Serbisch-Bulgariseke Krieg). 1) Ivunz noemt verscheidene bronnen waaruit hij heeft geput, die echter in de Indische bibliotheken, welke onder mijn bereik lagen, niet waren te vinden. Ik diende me dus tot dit enkele werk te bepalenhet is echter zooals we van dezen schrijver gewend zijn zoo consciëntieus samengesteld en zoo helder geschreven, dat ik daarmede voor mijn doelvolkomen kon volstaan. Kunz zegt zelf, dat hij dikwijls voor de juistheid zijner mededeelingen niet kan instaan, dat vele berichten verward zijn en tegenstrijdig, dat officieele be richten ontbreken, zoodat hij dikwijls het meest waarschijnlijke voor het juiste moest aannemen. Dit neemt niet weg, dat zijn uitnemend werk in ruimen kring bekendheid verdient. I. M. T. 1911. 9

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 129