3 regimenten inf. a 4 bataljons, 1 regiment cavalerie a 4 eskadrons, 8 batt. artillerie a 6 stukken, 1 pionier-compagnie. De 2e ban zou een troepenmacht vormen van bijna gelijke sterkte. Dit was echter slechts een papieren formatie; een arm land met 1.5 millioen inwoners zou zulk een leger nooit op de been kunnen brengen en houden. In vredestijd bestonden dan ook als stam voor de te vor men 5 divisiën slechts: 5 infanterie regimenten a 3 bataljons, 5 artillerie a 4 batterijen, 1 cavalerie a 5 eskadrons, 1 pionierbataljon a 5 comp., en eenige hulpdiensten. Bovendien bestond in vredestijd reeds een garde van 2 bataljons en 1 eskadron en 1 regiment bergart. van 3 batterijen. De diensttijd was 2 jaar, terwijl de man na afloop van dien diensttijd 8 jaar in de reserve, 7 jaar in den 2den ban en 13 jaar in den 3den ban (landstorm) diende. Bij de mobilisatie waren de meeste inf. regimenten dan ook slechts 3 bataljons a 800 man sterk in plaats van 4 bat. a 850 man, de cavalerie bracht totaal 13 eskadrons a 160 man uit, de veldart. regimenten slechts 4 in plaats van 8 batt. per divisie. Van den tweeden ban kon slechts een klein gedeelte worden geformeerd. Toch was dit een aanzienlijke prestatie, vooral als men be denkt, dat de nieuwe organisatie nog slechts enkele jaren bestond. Echter had men daardoorzooals te begrijpen iseen groot gebrek aan officieren en minder kader. De compagnieën waren gemiddeld slechts met 1 officier en 2 a 3 onderofficieren geëncadreerd. De infanterie van den l&ten ban was gewapend met het uit stekende Koka-Mauser geweer, de 2e ban had Peabody ge weren; de artillerie was slecht bewapend met oude uitgescho ten voorlaadkanonnen. Het Bulgacirsche leger, dat eerst in 1879 was opgericht, bestond in vredestijd uit: INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 117

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 131