hoogere rangen bezetten, kapiteins commandeerden regimen
ten en bataljons, luitenants bataljons, compagnieën, eskadrons
en batterijen; geen bataljon had meer dan 5 off11., hoewel het
soms 2000 man sterk was. Een kapitein werd chef van den
generalen staf, een ander minister van oorlog; de oudste offi
cier van het Bulgaarsche leger was 31 jaar oud.
Vergelijkt men beide legers, dan valt den Serven het
voordeel toe dat hun leger georganiseerde staven had en
andere officieren met krijgservaring, bovendien had het Ser
vische leger een georganiseerden trein, dien de Bulgaren ten
eenenmale misten. De Servische infanterie was veel beter
bewapend, doch maakte een slecht gebruik van haar geweer
men had de infie opgeleid tot vuur op groote afstanden, de
offensieve geest ontbrak. Bij de Bulgaarsche infie daaren
tegen bestond echt Russisch een groot vertrouwen op
de bajonet; ze schoot slecht, maar maakte alles goed door
haar offensieven geest.
De artie. der Bulgaren was hoewel ze insgelijks onvol
doende schietvaardig was verre de meerdere van de Ser
vische; de Bulgaarsche cavie. was slecht geoefend, vooral in
verkenningsdienst.
De Oost Rumelische troepen en de Bulgaarsche opoltschenie
kon men slechts bestempelen met den naam volkswapening;
het eigenlijke Bulgaarsche leger was echter beter geoefend
en gedisciplineerd dan het Servische, omdat dit laatste nog
grootendeels uit militie met korten diensttijd bestond. Wat
echter het Bulgaarsche leger zulk een groote kracht verleen
de, was de brandende vaderlandsliefde van de troepen en de
groote toen nog onontdekte eigenschappen van vorst
Alexander, terwijl de Serven door hun koning Milan slecht
werden aangevoerd en bij dit leger de ware geestdrift voor
den oorlog ontbrak.
Den 14den November, toen de oorlog door Servië werd
verklaard, stond het Bulgaarsche leger als volgt opgesteld
(zie overzichtskaartje).
Ten N. van den Balkan stond tegenover het Servische
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
119