zijn, om aan de verdediging van de stelling aldaar deel te
nemenzoodat men daar dan ten minste een 80.000 man tegen
over den vijand kon brengen. Tot een hardnekkige verdediging
van die stelling werd echter vooralsnog niet besloten, wijl men
den vijand sterk overmachtig dacht. Meer kansen zon men voor
de hardnekkige verdediging vinden bij Sofja, waar de bestaande
Turksche schansen (uit 1877) in korten tijd tot krachtige
verdedigingswerken werden ingericht, en waar de troepen
uit Oost-Rumelië één dag eerder, de Serven 1 a 2 dagen later
dan bij Slivnitza konden worden verwacht (afstand Slivnitza
Sofja 30 K. M.).
Het Servische leger begon den 21sten September te mo-
biliseerende infanterie was na 7, de artillerie na 9 dagen
daarmee gereed. W*e hebben reeds gezien, dat van de sterk
te op papier zoowat de helft niet kon worden geformeerd;
depot-troepen werden in het geheel niet opgericht.
De concentratie van het leger begon den lsten October
en was eerst 12 October beëindigd. Het leger was toen ver
zameld bij Nisch, Pirot en Leskovatz (zie overzichtskaart),
de veldtocht kon een aanvang nemen en op dit oogenblik
zou de weg naar Sofja hebben opengelegen (z. t. v. blz. 116.)
Blijkbaar onder politieken invloed talmden de Serven echter,
begonnen eerst 23 October langzaam in de richting van de
grens op te rukken en stonden den 31sten October gereed
om haar te overschrijden.
Het Nischawa legerzooals het genoemd werd, was verdeeld
in 4 divisiën bestaande uit de drie wapens, een zelfstandige
cav. brigade en de reserve artillerie.
De Serven hadden dit leger sterker kunnen maken; behalve
het Nischawa leger vormden ze echter nog het z. g. Timok leger,
dat tegen Widin zou optreden en dat uit 14.000 man bestond,
terwijl nog eenige bataljons in Belgrado waren achterge
bleven.
De samenstelling van het Nischawa leger was als volgt.
Ie. De Morawa divisie, bestaande uit
le. regiment inf. a 3 bat. Ie. ban a 800 man en
1 bat. 2e. ban a 500 man,
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
123