kunnen doen samenvallen, zijn binnen den kijker kruisdra
den aangebracht en is de hoekspiegel met behulp van eene
schroef draaibaar om eene verticale as. Het aflezen van den
afstand geschiedt op een trommel met verdeeling.
Dit instrument, wegende 2 a 2J K.G., kan tegen stof en
vocht worden beschut, zoowel te paard gezeten als te voet
aan een riem om de schouders worden meegevoerd, is een
voudig en gemakkelijk te hanteeren, verkrijgbaar met bases
van 1 M. en 0.50 M., terwijl het statief zoodanig geconstrueerd
is, dat het instrument zoowel in knielende en liggende als in
staande houding gebezigd kan worden. Uit gehouden proeven
is gebleken, dat de fout op 2000 M. van dien afstand
bedraagt.
4. De nieuwste afstandsmeters, welke in den handel gebracht
zijn, komen uit de fabrieken van Hahn te Kassei en van
Zeiss te Jena, zijn van eenzelfde constructie en vertoonen
veel overeenkomst met die van Barr en Stroud. De mecha
nische inrichting is echter vereenvoudigd en men heeft gebruik
gemaakt van het grootere gezichtsveld en de meerdere dui
delijkheid der reliefkijkers, teneinde deze instrumenten tot
de hoogst mogelijke volmaaktheid te brengen.
aKoïnzidenztelemetervan Zeiss (fig. 30).
Aan de uiteinden der basis AB bevinden zich de glaspris
ma's Px en P2. Zichtstralen, langs Dx en D2 binnentredend,
verlaten de prisma's onder een hoek van 90°, gaan door de
objectieven Oj en 02, door de scheidingsprisma's d1 en d2
en komen samen in het oculair.
Het aanrakingsvlak der prisma's staat loodrecht op het
viziervlak en maakt een hoek van 45° met kijkeras en vizier
lijn. De onderste helft van dit aanrakingsvlak is verzilverd
(zie arceering fig. 31); de grenslijn 1 1 ligt in het viziervlak
en deelt het gezichtsveld in 2 helften (fig. 32). In de boven
ste helft neemt men de bovenhelft van het doel waar d. z.
de lichtstralen, die langs Px Ox dx onbelemmerd in het
oculair O komende van links invallende lichtstralen der
onderste helft worden weer naar links teruggekaatst. In de
130
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT.
1) Art. Monatshefte 190S blz. 338.
Mittheilungen iiber Gegenstande des Art. u. Geniewesens 1908 No. 2.