Von Helmholtz geeft daarvoor de formule - i li p r F waarin p de afstand b IY en r de afstand c IV voorstelt; p—r is dus gelijk aan bc; F is de absolute grens der stereosko- pische waarneming n. 1. de grens waarop men een voorwerp van oneindig groote afmetingen niet meer stereoskopisch kan zien. Voor F vond hij 240 M., doch het is duidelijk, dat dit bedrag wijziging ondergaat voor verschillende personen met verschillende gezichtsscherpte en wier oogafstanden variee- ien tusschen 58 en 72 mM. Doch zelfs voor eenzelfde per soon is F niet constant, daar kleur en belichting van het voorwerp, dat soms meer, soms minder afsteekt tegen den achtergrond, helderheid van de lucht, enz. bovendien haar invloeden doen gelden. Onder zooveel mogelijk normale om standigheden bedraagt F practisch 64—111 M., slechts in bijzondere gevallen 240 M. of meer. Aangezien F dus hoofdzakelijk afhangt van den afstand der oogen en van de gezichtsscherpte, trachtte men de waarde dezer beide factoren kunstmatig te verhoogen, oorspronkelijk door toepassing van eene spiegelinrichting (fig. 39). De spiegels s en S benevens sx en Si zijn onderling evenwijdig aange- biacht, de afstand der oogen wordt dan feitelijk vergroot van ai ar totSS!. Indien dus ai ar 65 mM. en SS! 650 mM., dan zal men met dit instrument 10 X ver stereoskopisch kun nen zien als met het vrije oog. Ter verhooging der duidelijk heid en der gezichtsscherpte werden deze spiegels vervangen dooi glasprisma's en werden Zeissverrekijkers aangebracht (fig. 40). Dit instrument met 13J X vergroote oogafstand en 10 voudige vergrooting stelt ons dus in staat 131X10 135 X z°'iver als met het bloote oog stereoskopisch te zien, dat is van 9 tot 32 K.M. De volgens bovenstaand beginsel vervaardigde afstandsme ters voor infanteriedoeleinden hebben in beide kijkers eene schaalverdeeling van 03000 M. De deelstreepen,die 100 of 1000 tallen van meters aanduiden zijn voor beide oogen niet identiek, teneinde de optische dwaling te weeg te brengen, dat de schaal buiten het instrument vrij in de lucht vóór de aan te meten doelen zweeft. 134 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 148