niet weg neemt, dat ik, als ik dat verkozen had, geheel kostelooze behandeling had kunnen verkrijgen. Waar nu hier te lande de reiskosten naar en de verblijf kosten op een vreemde plaats veel grooter zijn dan in Ne derland, zoodat, wanneer een zekere behandeling eenigen tijd vordert de uitgaven toch reeds aardig oploopen, daar komt het mij voor, dat deze niet nog meer vergroot behooren te worden door het feit, dat de een of andere officier van ge zondheid er de opvatting op na houdt, dat hij alleen ver plicht is de officieren van zijn eigen garnizoen kosteloos te behandelen en iederen anderen officier net zoo veel kan vra gen als hem dat goeddunkt, waarop natuurlijk niet valt af te dingen, omdat deze volgens hem nu eenmaal een parti culiere patient is en daarvoor civiele prijzen in rekening worden gebracht. Regeling van deze aangelegenheid zou zeker zeer in het belang van beide partijen zijn. Een zaak, die met de voorgaande veel overeenkomst heeft, is de volgende. Wanneer in een zeker garnizoen de behandelende geneesheer van oordeel is, dat een patient noodzakelijk door een speciali teit behandeld moet worden, de patient een officier is of wel tot een officiersgezin behoort, terwijl zoowel de be handelende geneesheer als de specialiteit officier van gezond heid zijn en beiden alsmede de patient in het zelfcle garni zoen thuis behooren, is de patient dan voor het houden van een of meerdere vooronderzoeken door de specialiteit verplicht een zeker bedrag, meer of mindere groot, te betalen? Ik acht dit beslist absurd. In verband met het feit, dat wij recht op vrije geneeskun dige behandeling kunnen doen gelden, komt het mij voor, dat deze vraag eveneens ontkennend beantwoord moet wor den, daar het er bij mij niet in wil, dat zelfs een specialiteit tot een operatie kan overgaan zonder van te voren een of meer onderzoeken te hebben gehouden, zoodat m.i. zulk een vooronderzoek tot de behandeling behoort, ja er een zeer gewichtig onderdeel van vormt. INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 141

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 155