waren dan ook, dat het verkennende eskadron op een gegeven oogenblik terug moest, nagerend tot bijna in de stelling. De Afdeeling Cavalerie-mitrailleurs, in alle opzichten handig en vlug, kreeg een plaatsje bij de Art. in de colonne. Gegeven de taak van snel en plotseling optreden, breken van weerstanden op accessen, bij de verkenning bijv. tegenover afgezeten ruiters of van wielrijders, kunnen ze rn. i. niet dicht genoeg vooraan zijn, ja moeten ze in sommige gevallen aan het voorhoede eskadron worden meegegeven. In tegenstelling daarmede hoor den we een vreemde uitspraak, nl. dat de mitrailleurs desnoods achter in de colonne moesten plaats nemen. Gelegen heid tot debat was er natuurlijk niet, anders zou gebleken zijn, dat niet iedereen het met deze stelling eens was. De mitrailleur-afdeeling heeft meestal een verdedigende taak gehad, daarbij kwam het min of meer bewegelijke karakter niet ten volle uit. Bij het gevecht te voet worden de mitrail leurs uit de wagens gelicht en in de vuurlinie gedragen, waar het open terrein een gedekt oprijden uitsluit. Dit werd eenmaal gedemonstreerd. De wielrijders hebben veel initiatief moeten toonen. Nuis't geen gemakkelijk probleem te moeten werken met afdeelingen die aan harde wegen gebonden zijn en andere, die zeer bewe gelijk zijn en alle terreinen kunnen nemen (in die landstreek). Worden aan de wielrijders niet eenige ruiters toegevoegd om althans die berichten over te brengen, die met het rijwiel niet dan langs een grooten omweg zijn te bezorgen, dan is van verband geen sprake en hangen die afdeelingen vrijwel in de lucht, geheel aan hun zelf overgelaten. Deze manoeu vres waren èn door het terrein èn door den regenval als het ware aangewezen op een zeker stukje heide. Geheel anders was dit bij de Engelsche manoeuvres op „the Salis bury Plains" waar alle terrein beschikbaar was voor de troepen. Hun manoeuvrekaart vertoonde slechts enkele bijzonder gekleurde plekjes, welke verboden terreinen aanduidden en zoo was er daar geen sprake van in het marschbevel al zekere aanduidingen te kunnen geven voor mogelijke gevechten. Bij toevoeging van wielrijders en in eene mate als hier het geval was, 2 compagnieën op 2 regimenten, moet de algemeene INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 3

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 15