Of nu werkelijk dat vertrouwen wel zoo vol is, is een vraag, waar ik nu niet direct zoo bevestigend op durf te antwoorden. Toevalligerwijze toch was ik in Atjeh, toen daar op de post Lam Meulo tot de ver wapening onzer manschappen werd overgegaan. Zeker, deze kwam zeer vlot tot stand, dank zij den te Sigli aanwezigen officier van wapening, die alles klaar had liggen en toen de groepen dan ook bij hem kwamen om hun geweer voor een karabijn in te ruilen, was alles binnen een paar uren tot stand gebracht. Maar of de mannekes het nu wel zoo heel leuk vonden, wie zal het zeggen, die de groote mate van gelatenheid van den inlander kent. De „Compenie" had het nu eenmaal gelast, wat zou hij er nu zich tegen verzetten. Uit zich zeiven spraken zij er niet over en vroeg men er naar, dan kreeg men toch ontwijkende antwoorden, in den geest van dat ze nu op de maréchaussée geleken, min stens evenveel hadden te doen als zij, doch verstoken bleven van de toelage. En de Europeanen? Onder hen waren er wel degelijk, die het meer lange geweer met zijn bajonet beter vonden dan deze korte karabijn, vooral wanneer zij bij het omsingelen van woningen weinig van het vuurwapen konden gebruik ma ken en dus vrij wel ten volle op hun blank wapen moesten vertrouwen. „Met zoo'n bajonet hield je ze beter van je lijf af." En of er in den beginne niet nog een paar kogels meer nutteloos verschoten werden, wie zal het zeggen, al is het vermoeden ook zeer sterk, dat dit wel degelijk het geval was, hetgeen dan ook niet te verwonderen zou zijn. Doch gelijk de Heer G. zegt, aan de schietvaardigheid wer den in de practijk geen hooge eischen gesteld, wat meer dan jammer genoeg is. Waarom is dat zoowaaraan is dat te wijten Aan de in beginsel zeer schoone, maar in al zijn consequenties niet door te voeren leuze, dat de klewang voor het Indische leger het wapen bij uitnemendheid is. Zeker, tegenover den inlandschen vijand is het een pracht- wapen, geeft het, goed gehanteerd, zeer mooie resultaten, is INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 157

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 171