de kosten van een eigen schietschool niet geheel kan bedrui pen, daar beslist niet tegen verzetten. Wanneer de nood eens aan den man komt, wanneer de Koloniën eens in een strijd worden gewikkeld met een buiten- landschen vijand, wie moeten dan de kastanjes uit het vuur halen? De koloniale troepen, niet waar? Welnu, maakt dan die troepen ten volle voor hun taak berekend en spaart daarvoor geèn gelden. Het is gewoonlijk de zuinigheid, die de wijsheid bedriegt, en hoe zal Holland in nood zitten als zij eenmaal de kurk, waarop zij vrijwel geheel en al drijft, eens zou moeten missen. Dan is het kalf verdronken en helpt het dempen van den put niet meer, trouwens dat zou ook niet meer kunnen uit gebrek aan een put. De lezer duide mij deze uitweiding over de schietvaardig heid, waarover door den Heer G. zoo goed als niets wordt gezegd, doch die mijns inziens van het allergrootste belang is, niet ten kwade. Wat heeft men aan een nog zoo goed ballistisch wapen, wanneer het gebruik daarvan zoo goed als niet gekend wordt. Ik zou haast zeggen, dat het tot in het uiterste uitbuiten van een minder hoogstaand geweer nog wel zoo goed is. Doch gaan wij thans verder. Op blz. 942 zegt schrijver: „In den Fransch-Duitschen oorlog behaalde het betere Duitsche geschut in het artillerie duel de overwinning, waarna het betere Fransche geweer niet tot zijn recht kon komen en de Duitsche overmacht ten slotte den doorslag gaf." De reden, waarom het Fransche geweer niet tot zijn recht kwam, lag hem meer in het feit, dat het zoo pas was inge voerd, de man er zoo goed als niet mede geoefend was en hij het zoo hoog noodige vertrouwen op zijn vuurwapen der halve ten eenenmale miste, terwijl de Duitsche Zündnadel, ondanks zijn minder groote ballistische vermogens, reeds eeni- ge jaien in gebruik was geweest, ook in den strijd, en de manschappen dus wisten wat zij er aan hadden en hoe zij het konden benutten. Hier zien wij dan ook een practisch bewijs voor de waarheid mijner in het slot van de voorgaan de alinea geuite bewering. INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 159

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 173