gezinspeeld op een zekere mate van minderwaardigheid onzer troepen ten opzichte van den te verwachten tegenstander. Is uit onze Indische krijgsgeschiedenis te leeren, dat wij ons meer dan eens schuldig hebben gemaakt aan de fout, dat wij den tegenstander te lielit achtten, aan den anderen kant mag overdreven vrees voor den B. V. ons er niet toe leiden onze troepen ten opzichte van hem als van weinig waarde te beschouwen. Is dat werkelijk het geval, dan is dit onze eigen schuld, daar wij officieren de opvoeders zijn van de manschappen, die on der onze leiding tegen den B. Y. zullen optrekken. Wij zijn de personen, die alles van hen maken kunnen en dat moet dan ook gebeuren. Daarbij komt, dat onze troepen gewend zijn aan het ter rein, aan het klimaat, aan den strijd zeiven, factoren, die den hier binnendnngenden tegestander niet behulpzaam zijn en die dan ook maken zullen, dat hij daardoor alleen reeds met heel veel moeielijkheden te kampen zal hebben. Wanneer onze troepen het gewicht van hun taak door onze opleiding hebben leeren inzien, wanneer wij hen geoefend hebben volgens de beginselen der moderne oorlogvoering, waar tegen woordig op Java zeer zeker de gelegenheid toe bestaat en wat dan ook geschiedt, dan wel volgens eene andere zich meer aan ons leger aanpassende methode, dan zie ik geen enkele reden, waarom ons leger minderwaardig zou zijn ten opzichte van den te verwachten B. Y. Ook kan ik niet geheel medegaan met schrijvers meening, dat er „met alle middelen naar gestreefd moet worden de bewa pening superieur aan die van den tegenstander te doen worden en te cloen blijven." Laat ons toch niet vergeten, dat wij een klein landje zijn en al mogen de Duitschers uit een zekere mate van hoffe lijkheid nu ook beweren dat wij „steinreiche Hollander" zijn, toch zal ieder bij eenig nadenken inzien, dat ook bij ons het geld niet zoo maar voor het grabbelen op de keien ligt. Iedere verwapening kost schattentelkens wanneer een of andere mogendheid met iets nieuws in de bewapening komt aandragen, ons haasten die in te voeren, is niet alleen INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 161

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 175