„De grootste bestreken ruimten voor de navolgende geweren «zijn: Model 71/88 403 M. 95 patroon N°1 560 M. 95 305/E 721 M. Fransch geweer. Balie D. 641 M. Duitsch geweer. S. Geschoss 677 M. „Dit ziet er zeer mooi uit, doch wordt er een fout gemaakt „van slechts 45' in de hoogterichting, dus heeft de man zijn „geweer slechts 45' te hoog geheven, dan verandert boven staande tabel als volgt: Model 71/88 403 M. 95 par troon No. 1 78 M. 95 305/E 68 M. Fransch geweer. Balie D 87 M. Duitsch geweer. S. Geschoss 73 M. „We merken dus nog al een groot verschil op; Model 71/88 „is dus in het voordeel. Laat ons er echter direct bijvoe gen, dat dit ook de uiterste stand is, waarin voor dat „geweer een dergelijke bestreken ruimte wordt verkregen. „Wordt de afwijkingshoek grooter, dan nog zal dit geweer „in het voordeel blijven. Yoorts mag bij de beschouwing van „dit vraagstuk niet vergeten worden, dat de bestrekenheid „alleen dan waarde heeft, als het geweer juist in den stand „gehouden wordt, welke die grootste bestrekenheid geeft, „met andere woorden heeft het geweer eene afwijking „dan is de grootere bestrekenheid eer een nadeel dan een „voordeel." Ik geloof niet dat het noodig is hier verder over uitteweiden. Dat het gevaar den aanvaller nu wel zoo heel sterk vooruit zal drijven, meen ik te mogen betwijfelen. In theorie klinkt het zeer schoon, doch de practijk leert anders. In den Transvaal- ■oorlog bijvoorbeeld zat bij de Engelschen de lust toch zeker wel zeer sterk voor om den gehaten Boeren hun bezit te ont nemen en toch lazen wij, dat de manschappen op vele plaatsen zoo goed als niet vooruit te krijgen waren, zoodanig zelfs, dat de eigen kanonnen gebezigd moesten worden om als voortdrij- vingsmiddel te dienen. INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 165

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 179