Dit en het op mijn artikel bewaarde stilzwijgen maken ver dere uitweiding hierop overbodig. Ook op blz. 999 werd door een zelfde abuis van den zetter de noot vrijwel onleesbaar gemaakt. Daar werd toch na de woorden „De trefkans op die groote afstanden wordt daardoor minder" mijn aanteekening opgenomen „waar dus bij No. 305/E „de stabiliteit groot is, schommeling niet of weinig voorkomt, „is door de scherpe punt en de groote snelheid dus het ver- „wondingsvermogen nog geringer dan bij het tegenwoordige." De lezer wordt dan ook verzocht dit gedeelte in dien noot te willen doorschrappen en te beschouwen als nu voor het eerst opgenomen. In mijn meening, dat gewoon logisch gesproken, het nog niet zoo heel vast staat, dat door de invoering van een puntprojectiel de toch al reeds geringe stopping-power van ons projectiel nog kleiner wordt, ja oppervlakkig beschouwd het gewone gezond verstand zegt, dat men met een scherper voorwerp veel gemakkelijker door iets heen kan dringen dan met een bot, er dus veel minder weerstand zal worden ondervonden en dus de vernieling in dat voorwerp veel geringer zal zijn, daar word ik in die meening versterkt door de hiervoren reeds geuite mededeeling van de N. S. S., luidende: „dit groote aantal omwentelingen zal den kogel minder stopping- power geven" Hieraan kan ik tevens toevoegen een andere mededeeling van de N. S. S. luidende: „Het S. projectiel, vervormd door een aanslag op den grond, veroorzaakt leelijke wonden. Of dit projectiel bij het treffen in het lichaam opstuikt of vervormd wordt is nog niet uitgemaakt." Uitgebreide proeven zullen noodig zijn om in deze een juist oordeel te verkrijgen en waar al meer en meer de overtuiging veld wint, dat proeven op diercadavres niet tot een juist oordeel zullen voeren, daar is, wanneer men er van afziet voor die proefnemingen gebruik te maken van menschenlijken, waar zeer veel voor te zeggen is, de eenige weg, om daartoe te geraken, het practisch gebruik op het oorlogsveld en waar nog geen enkele mogendheid dit nieuwe projectiel in die omstan digheden heeft gebezigd, daar gebiedt de voorzichtigheid vooral voor een land als het onze om niet te spoedig tot de invoering INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 167

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 181