Eerstens stelt hij verschillende middelen ter verlichting van het geweer voor, waardoor het een gewicht zou verkrijgen van slechts 2 HG. meer dan het verkorte geweer, waardoor het bij het schieten beter in de hand zal liggen en zelfs niet zoo top zwaar zal zijn als een verkort geweer met opgeplante bajonet. Gesteld dat hierdoor een gewichtsvermindering van 1 K.G. verkregen wordt, dat zeker niet te gering geschat zal zijn. Schrijver wenscht instede van 100 patronen er 150 mede te voeren. Nu wegen 100 oude kogels met bijbehoorende buskruitlading 100 maal 12,55 gr.— 1255 gram, terwijl als wij voor den nieuwen kogel een gewicht van 8 gr. nemen en met het oog op een grootere Vo een buskruitlading van 3 gr., dan wegen 150 nieuwe kogels met de benoodigde bus kruitlading 1650 gram, dus reeds 400 gram meer, waarbij dan nog niet eens in rekening zijn genomen de gewichtsver meerdering aan hulzen en houders, wat toch zonder overdrijving ook wel een bedrag van een 400 gram zal uitmaken. Aan munitie alleen hebben we dan al een meerder bedrag van 800 gr. Door de munitie alleen wordt dus dat vervallen be drag weer bijna aangevuld. Verder wenscht schrijver de „onpractische, lompe tasschen" te vervangen door „platte taschjes of zakjes, elk voor 2 houders, van voren aan gordel en draagriemen bevestigd." Tot het geven van een zeer martiaal uiterlijk aan den man zullen deze twaalf op borst en buik hangende zakjes of taschjes, die met het oog op het verliezen der houders toch zeker wel met een knoop dan wel drukknop gesloten zullen moeten worden, zeer veel bijdragen, doch of deze wijziging nu wel zoo heel practisch is meen ik te mogen betwijfelen. Telkens toch als een nieuwe houder is uitgenomen, moet zulk een zakje worden dichtgemaakt, wat in liggende houding naar mijne bescheiden meening niet zoo heel gemakkelijk zal gaan. Daarbij doet zich de vraag voor, waar die zakjes van ge maakt moeten worden. Zijn ze van leder vervaardigd, dan zal het gewicht dier 12 taschjes beslist grooter zijn dan dat van de thans gebruikt wordende drie tasschen, wat dus met het oog op de géwichtsvermindering niet aanbevelenswaardig zal wezen. Maakt men ze aan den anderen kant van een 170 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 184