Bet meten nan afstanden ten behoene nan Oorlogsdoeleinden, (UerDoIg Dan biz. 1120—1910. C. Afstandsmeters met borte neranderlijbe basis nabij den maarnemer. 1. Afstandsmeter van Roksandié. Dit instrument, in 1895 bij een deel der Oostenrijksche infanterie ingevoerd, heeft een constanten hoek s (fig. 4) van 68,8', zoodat de hoekverandering der spiegels constant 34-',4" bedraagt. Daar cotg. 68.8"= 50, zoo zal D 50 b. Door middel van eene drukveer kan de hoekverandering tot stand worden gebracht. Ten einde een afstand AC. te meten, stelle men zich dus op in A en zette den rechten hoek CAP uit. Daarna loope men zoo lang in de richting van P, totdat met den spiegelhoek van 45°34.4' opnieuw samen valling van C en P verkregen wordt. De afgepaste c. q. afgemeten afstand AB vermenigvuldigd met 50 geeft dan den werkelijken afstand AC. De duur eener meting is afhankelijk van den afstand a H minuut; door den afstand AB af te meten, kan de nauw keurigheid tot op 2 a 3 van den afstand worden opgevoerd. Het nieuwere model, dat bij de Oostenrijksche technische troepen in gebruik is gesteld, heeft 2 draaibare spiegels,. waarvan de eene^t=17,2' de andere ^=2°51.5' kan wor den gedraaid. Eveneens met behulp van eene drukveer wordt de standhoek der spiegels geregeld; deze kan zijn 45 -^ of 45 Daar s1 34,4' en 5°43' dus cotg 100 en cotg 10, zoo zal bij groote afstanden Di 100 b en voor kleine afstanden D2 10 b. De afstandsmeter van Steiner heeft 3 hoekspiegels, waar van de vaste standhoeken 45° en 45°34,4' bedragen. Overigens komt hij overeen met dien van Roksandié.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 18