188 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT Bij het Fransche leger is men ondanks -veeljarige proeven nog niet tot de keuze van een bepaald type kunnen geraken Bij de laatste manoeuvres waren weder twee modellen in beproeving, waarvan het eene geheel overeenkomt met de Zweedsche kookkist, terwijl bij het andere de keuken de voorwagen vormt van de tweeradige veldsmidse of van den tweeradigen batterij wagen. Beide modellen moeten goed hebben voldaan. In den Russisch-Japansehen oorlog voldeden de keukenwagens zoo buitengewoon, dat vele troependeelen ze uit eigen middelen aanschaf ten, het legerbestuur vond daarin aanleiding gedurende den oorlog- meer dan 4000 stuks naar het oorlogstooneel te zenden. Gebruikten de Russen de wagens dikwijls nog gebrekkig, de Japanners, die er vele buitmaakten, hadden er veel nut van. De Duitsche veldkeuken maakt het mogelijk den troep tweemaal per dag een warm maal (soep, dan wel vleeseh met groente) en eenmaal tot tweemaal koffie of thee te bereiden. "Voor den afmarsch wordt in de ketel van 70 L. koffie en tegelijk in die van 200 L. het middag eten gekookt. Gedurende den marsch kookt dit verder van zelf, en blijft daarna nog 12 uur warm. Door opwarmen blijven de spijzen 36 uur goed. Bij voorkeur wordt de soep tijdens den marsch, het middag maal na aankomst in het bivak verstrekt. Het voertuig bestaat uit een voor- en een achterwagen, het wordt door twee zware paarden getrokken. De achterwagen bevat de vuur haard, en twee van elkaar onafhankelijk bruikbare ketels, die in een bad van glycerine hangen, waardoor de spijzen nooit kunnen aanbranden en het zelfkoken mogelijk wordt. Verder bevinden zich op den wagen de noodige keukengereedschappen en hout voor 1 of steenkool voor 3 dagen. Beiheft 124 Int. Rev.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 202