LHi de Pers,
De bezoldiging der Dederlandsche officieren,
Het Soerabaiasch Handelsblad van 2 Januari neemt uit de N. C.
onder bovenstaanden titel een stuk op, dat, hoewel eene wijziging dier
traetementen voor het oogenblik van de baan is, toch belangrijk blijft
wegens de daarin voorkomende beschouwingen.
De beginselen, die bij de voorgestelde regeling hebben voorgezeten,
zijn volgens S.
lo. gelijkstelling van traktement rangsgewijze voor alle officieren
van de verschillende staven, wapens en dienstvakkken, met uitzon
dering van die van den geneeskundigen dienst der landmacht, be-
beneden den rang van hoofdofficieren
2o, afschaffing van alle toelagen, in den thans bestaanden vorm,
met uitzondering van die voor het honden van dienstpaarden en
zeer enkele tegemoetkomingen, voortvloeiende uit het gedwongen
verblijf op afgelegen plaatsen buiten het garnizoen of uit andere
bijzondere omstandigheden
3o. verhooging van de inkomsten van hoofd- en subalterne officieren,
zoowel van de aanvangstractementen, als van de periodieke verhoo
gingen voor de eerste-luitenants en kapiteins, welke thans geldend zijn.
Tegen deze regeling is natuurlijk geprotesteerd door de categoriën,
die tot nu toe meer tractement genoten in dezelfde rangen.
De vraag of hoogere examen-eisehen bij de toelating, gevolgd door
onvermijdelijke, voortgezette vakstudie on grootere verantwoordelijk
heid gedurende het officier-zijn, niet een natuurlijk recht geven op een
hoogere bezoldiging, is alleszins gewettigd. Men vergelijke den genie
officier, die als ingenieur vaak hoogst belangrijke werken heeft uit
te voeren, waartoe hij zich steeds op de hoogte heeft te houden van
de vorderingen der technische wetenschap, met den administrateur in
een kleedingmagazijn, wiens werkzaamheden allerminst studie verei-
schen of den commandant b.v. eener rijdende batterij met zijn dage-
lijksche beslommering over 140 menschen, ruim 100 paarden en een
kostbaar materieel, met een kapitein van speciale diensten bij een on
bereden wapen, wiens geheele taak soms bestaat in wat eerstgenoemde,
als bijzaak, op den koop toe moet waarnemen.
Inderdaad, de verschillen zijn groot en het is goed er de aandacht
op te vestigen, omdat het streven naar nivelleering der bezoldiging
nimmer aan een juiste waardeering van den verrichten arbeid mag in
den weg staan en ook omdat, als tegenwicht tegen die nivelleering,
de door den dienst het zwaarst belasten dan ook behooren te worden
verschoond van de deelname aan al die bijdiensten, waaarin men hen
in de laatste jaren heeft weten te betrekken, zeer tot schade van den
dienst zelf.