militaire daguerblijuen en caniines. 210 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT diensttijd als officier tot uitgangspunt, is het stelsel noodeloos gecompliceerd en werkt het niet mede om de ongelijkheid in de bevordering bij de verschillende wapens, door de wijze van betaling wat minder onaangenaam voor de betrokkenen te maken. Dit had kunnen geschieden door als grondslag der betaling te nemen een stelsel van periodieke verhoogingen langs den geheelen hierarchieken ladder met een vasten bijslag, verbonden aan eiken hoogeren rang. Ten slotte wenscht hij ook bij de bepaling van het pensioensbedrag zoowel diensttijd als rang als maatstaf aangenomen te zien. "Wij achten het toch verkeerd gezien het pensioenbedrag uitslui tend te bepalen naar den laatstelijk bekleeden rang. Die fout zal zich, wordt de voorgestelde betalingswijze aangenomen, nog scher per accentueeren. Voor de bepaling van het pensioensbedrag be- hooren zoowel diensttijd als rang tot grondslag te strekken. Geen billijker middel daartoe dan de door ons gewenschte be zoldigingsladder met vasteu rangsbijslag. In de N. S. C. van 3L Januari klaagt Embe, dat de vele pogingen in den laatsten tijd aangewend om deze inrichtingen te verbeteren weinig of geen nut hebben gehad. Wat kan gedaan worden om daarin verbetering te brengen P O. i. het volgende Het indisch leger kan men beschouwen als een maatschappij in de burgermaatschappij die betrekkelijk onafhankelijk van elkaar zijn. Weliswaar zijn de scherpe kanten eenigszins afgesleten, maar toch blijft het verschil nog altijd groot. Geheel buiten hun wil wor den militairen naar een of anderen uithoek van den archipel gezonden, waar vóór dien tijd nimmer een Europeaan kwam. Het is daar eentonig leven en bovendien is alles er peperduur. Een burger zou een bizondere vergoeding ontvangen, waaraan men evenwel voor den soldaat niet denkt; men laat hem kalm buiten gewoon hooge prijzen betalen. Dat is niet billijk. De geheele inrichting van het leger is er op gebaseerd, zoowel wat betreft betaling, voeding en uitrusting als gevorderde diensten, dat de massa elkaar ondersteunt. Alleen wat aangaat particuliere benoodigdheden, laat men den soldaat, onder welke omstandigheden hij ook leeft, aau zijn lot over. Hierin kan alleen verandering komen door aansluiting en gezamenlijk handelen Om dit doel te bereiken stellen we ons de sociëteit in de toekomst voor als volgt: De thans bestaande of nog op te richten sociëteiten beschouwe men als een coöperatieve vereeniging der militairen van een garnizoen, waarvan de sociëteit niet het hoofddeel, doch slechts een heel gewoon onderdeel vormt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 224