51 i d n i f z g, (l/eroolg Dan biz. 125). Het operatieplan was het volgende (zie plan van aan- marschwegen) De Donau-divisie zou over Zaribrod Dragoman marcheeren, de Drina-divisie zou door het Lukovitza-dal gelijktijdig op rukken; de Schumadija-divisie zou van af Sukow ski Most over Wraptza, de Morawa-divisie over Tin in de richting Bresnik marcheeren. Concentrisch oprukkende, zou de rechtervleugel een voorsprong erlangen om den vijand naar het N. tegen den Balkan te dringen en hem zoodoende te verwijderen van zijn natuurlijken terugtochtsweg op het gros van het leger in Oost Rumelië. De cavalerie brigade volgde een afzonderlijken weg op den uitersten linker vleugel via Stanjantzi. Het plan zou zeer goed zijn geweest, als het tijdig ware uit gevoerd, nl. toen men nog niet op ernstigen weerstand op de verschillende opmarschwegen behoefde te rekenen, indien men dus een maand of tenminste 14 dagen vroeger ware opgerukt. In de gegeven omstandigheden leverde het plan groote be zwaren op. Weliswaar was het front van het in 5 colonnes oprukkende leger slechts 25 K.M. breed, doch de wegen van de cavalerie brigade aan de eene zijde en van de Morawa- en Schumadija-divisiën ter andere zijde waren door zware gebergten gescheiden van de marschwegen van deDonau-en Drina-divisiën, zoodat de onderscheidene deelen van het leger elkaar niet tijdig konden ondersteunen. De tocht over het gebergte van Wraptza tot Kruschewo, den 16den November ondernomen door een deel de Schumadija-divisie, eischte een ge- heelen dag; de troepen waren daarna niet meer gevechtsvaardig. Indien de Bulgaren, de Donau- en Drinadivisiën bezig houdende, zich met het grootste deel van de troepen, welke in Kustendil en bij Slivnitza vereenigd waren, over Pernik en Bresnik op de beide Servische divisiën hadden geworpen, die den weg Trn—Bresnik zouden volgen, zou de toestand voor de Serven kritiek zijn geweest. I. M. T. 1911. 15

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 235