avond van dien dag die plaats kunnen bereiken (25 KM.)
om den 17den gezamenlijk de stelling van Slivnitza in de
linkerflank aan te grijpen, terwijl de Donau- en Drina-divi-
siën in front en de cav. brigade op den rechtervleugel kon
den optreden. De kansen zouden voor de Serven bij uitstek
gunstig zijn geweest.
Het liep echter geheel anders. De Sehumadija-divisie kreeg
van het hoofdkwartier den last, om zich zoo snel mogelijk
bij de Drina divisie aan te sluiten. Die divisie liet daarom
slechts één regiment tot steun van de Morawa-divisie bij
Trn achter en marcheerde dwars over het zware gebergte,
de veldartillerie met zich medeslepende, naar Kruschewo,
waar ze's avondsna 6 K.M. te hebben afgelegd totaal uit
geput aankwam.
De Morawa-divisie liet zich geruimen tijd ophouden door
schermutselingen met de Bulgaarsche achterhoede, zond den
Bulgaren in het Glagowitza-dal zelfs 2 bataljons met 1 berg-
batterij achterna en was 's avonds met 4 bataljons en 2 veld-
batterijen eerst bij Filipowtzi.
Den avond van 16 November was de opstelling van het
Servische leger dus geheel anders dan het oorspronkelijke
plan aangaf; in plaats van de rechtervleugel was de linkervleu
gel aanmerkelijk vóór geraakt. De cav. brigade stond met 1 ba
taljon en een veldbatterij op den uitersten linkervleugel bij
Galjemo Malowo, de Donau-divisie tusschen Dragoman en de
Tri Uscbi hoogten, de Drina-divisie bij Dragohin, de Sehuma
dija-divisie met 7 bataljons en 3 batterijen bij Kruschewo en
met 3 bataljons en 1 batterij bij Wraptza, de Morawa-divi
sie met 4 bataljons en 2 batterijen bij Filipowtzi, 2 bataljons
en 1 batterij in het Glagowitza-dal, 1 bataljon (2e ban) bij
Trn en 3 bataljons mee 1 batterij nog bij Kalumnitza.
De rechtervleugel was aldus totaal versnipperd, de verschil
lende divisiën waren ver van elkander verwijderd, de Bul
garen konden tevreden zijn met het succes van hun lijde-
lijken tegenstand in het gebergte.
Den 16den Nov. bevonden zich in de stelling van Slivnitza
11 Bataljons inf. van minstens 900 man sterkte, 1000
man opoltschenie en vrijwilligers, te zamen rond 11000 man
222
INDISCH MILITIAR TIJDSCHRIFT