De stelling zelf was alles behalve gunstig; ze raat van at de Wischaja tot de Leschtza hoogte 19 K. M. front. Het schootsveld was voldoende voor het inf. geweer, liet hier en daar echter nadering tot op korten afstand toe, terwijl op vele plaatsen in front de opstelling der inf. werd gedo mineerd; de vleugels waren niet aangeleund en evenmin ver sterkt en waren dan ook op vrij eenvoudige wijze te omvat ten en het ergste van alles, er waren niet voldoende troepen om de stelling krachtig te bezettenalle factoren, zooals ze zich bij onze verdedigingsstellingen op gelijke wijze kunnen voordoen. Het is dan ook niet te verwonderen, dat de stemming bij Slivnitza den 16den vrij gedrukt was; een krachtige aanval van de Serven op dien dag zou vermoedelijk de ontruiming van de stelling tengevolge hebben gehad. De Serven vielen echter niet aan en 's avonds kwam vorst Alexander zelf in de stelling, verlevendigde door zijn ener gieke persoonlijkheid den moed der Bulgaren en bracht het blijde bericht, dat vermoedelijk reeds in den loop van den volgenden dag belangrijke versterkingen konden aankomen. Het is den commandant der Donau-divisie zeer euvel ge duid, dat hij den 16den de hoogte Meka Krew niet heeft bezet, doch zich bepaalde tot de Tri Uschi hoogten tegenover de beheerschende Meka Krew. Zelfs is die commandant van zijn bevel ontheven. Hoewel zooals we boven zagen een stoute aanval van de Serven op den 16den vermoedelijk succes zou hebben gehad en de hoogte Meka Krew slechts zwak bezet was, schijnt mij de op den commandant der Donau-divisie gewor pen blaam tenzij hij besliste bevelen niet heeft opgevolgd overdreven. De Donau-divisie was den anderen ver vooruit (de Drina- divisie kwam 's avonds eerst te Dragotin, de beide andere divisiën waren nog ver van het slagveld verwijderd). Ging de Donau-divisie op 16 Novembei tot den aanval over tegen over een vijand, die haar in een voorbereide stelling reeds sedert een maand opwachtte, dan had ze veel kans op haar eentje een échec te lijden zonder bij te dragen tot het wel- 224 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 240