3 bataljons 1. vleugel van Aldomirowtzi tot Bratuschkowa, 2 bataljons reserve bij Slivnitza. De troepen op den r, vleugel der Bulgaren ten N. van den straatweg bestonden uit de bataljons III/j, I/5 en IV/2 onder ritmeester Bendereff. Toen deze in den morgen van 17 Nov. troepenbewegingen bij Goljemo Malowo bemerkte en daaruit afleidde, dat de rechtervleugel omvat zou worden, berichtte hij daarvan onmiddellijk aan vorst Alexander, die zich op de Slivnitza hoogte bevond, doch ging tevens, zonder bevelen of versterkingen af te wachten, maar alvast tot den aanval over in den dichten nevel. Het bataljon 111^ viel aan in de richting Goljemo Malowo, de bataljons I/5 en IV/? over den Meka Krew heuvel tegen de zuidelijke Tri Uschi hoogte. Hoezeer men den moed en den ondernemingsgeest van dezen jongen officier—die ook bij latere gelegenheden bleek moge bewonderen, hoezeer men ook moet erkennen hethoofd zakelijke moreele—succes van diens optreden, toch kan men deze wijze van handelen onmogelijk goedkeuren ze was meer dan roekeloos en bood zeker 90 kans voor mislukking. De hem toevertrouwde stelling latende voor wat ze was, ging Bendereffin divergeerende richtingen met zwakke krachten over tot den aanval op een vijand, die toch zeker in één van beide richtingen sterk overmachtig moest zijn. Niet vergeten moet worden, dat hij het voordeel had van den dichten nevel, die den vijand belette zijn sterkte te on derkennen; in ieder geval zijn doel werd bereikt, hij overblufte den vijand volkomen. De aanval tegen Goljemo Malowo kwam tot staan door dat het Servische gardebataljon twee compagnieën in de vuur linie ontwikkelde, eenige eskadrons afzaten tot het gevecht te voet en de veldbatterij in werking trad. De beide andere Bulgaarsche bataljons beklommen de zuide lijke Tri Uschi hoogte, verdreven het Servische bataljon III/9 en sloegen het bataljon II/9 terug, dat van den noordelijken heuvel toesnelde. Toen echter de nevel een weinig optrok en het Bulgaarsche bataljon III/x tegenover de Servische cavalerie brigade blijk baar was teruggegaan, werd de bezetting der Zuid Tri Uschi 226 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 242